Principe 14 Het veertiende principe is widdoej, bekentenis. Dit wordt ons opgedragen in Wajjiqra/Lev. 5:5.
Zeg dagelijks: Alstublieft, Hasjem, Ik heb onrecht gedaan, ik ben onrechtvaardig geweest, en heb willens en wetens gezondigd voor U; vanaf de dag dat ik geboren ben tot op de dag van [noem hier alle zonden op die je dagelijks doet en zonden die je steeds maar weer herhaald omdat je het nog steeds niet kan laten].
Lieve Hasjem, handel in het belang van Uw Grote Naam en schenk mij verzoening voor mijn ongerechtigheden, mijn fouten en mijn opzettelijke zonden waardoor ik gedwaald heb, onrechtvaardig ben geweest en willens en wetens gezondigd heb voor U, vanaf jongs af aan tot op deze dag. En maak in U Grote Naam alle Namen weer heel die ik heb besmeurd.
Terug naar Poort Een.
|