18 Adar 5784 | 28 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Tehilliem/Psalmen 19
Publicatiedatum: donderdag 16 juni 2016 Auteur: Redactie | 1.880 keer gelezen
Redactie, Dieren en natuur, Wetenschap, Media_Halacha en Ethiek, Moessar [ethiek], Tehilliem/Psalmen »
De zon als strafmaatregel
Torat Hasjem tiemiemah... de Tora van Hasjem is perfect...” [pasoek 8] omdat het de ziel herstelt. De Tora haalt je van het pad weg die tot de dood leidt en herstel de ziel zodanig dat het op het pad terecht komt dat leidt tot het leven [Rasji]. De ziel is als een vreemde die in balling is in het lichaam. De Tora verlost de ziel uit zijn gevangenschap en brengt terug naar zijn spirituele bron, de plaats van zijn oorspronkelijke glorie. De zon kan naast het verwarmen ook schadelijk zijn. De Tora is perfect voor iedereen [Radak]. “Er is geen Gehinnom in de toekomst dan de zon.” Vandaag de dag is de zon als het ware gehuld in een beschermingsdoosje en wordt op afstand gehouden in de Rakia', de tweede hemels niveau. Maar op de Dag des Oordeels, zal de zon uit de isolatie worden verwijderd en teruggebracht worden naar onderste hemel in de buurt van de aarde. De goddelozen zullen worden beoordeeld en worden verbrand, zoals wordt gezegd: "Want zie, de dag komt, het brandt als een oven, en alle trotse en alles wat kwaad doen, zijn als stoppels, en de dag die komt, zal hen in brand steken” [Maleachi 3:19]. Verder wordt er gezegd: "en niets ontsnapt aan zijn hitte." In die tijd zal de Tora de rechtvaardigen die ijverig bezighouden met zijn studie, beschermen. Want er wordt gezegd: "het [de Tora] herstelt de ziel", en er wordt gezegd: "maar voor jou, die Mijn Naam vreest, zal de zon der rechtvaardigheid opgaan met genezing op zijn vleugels” [Maleachi 3:20].

Piqoedej... mesamchej lev... de bevelen... verheugt het hart...” [pasoek 9]. Rabbi Chanina, de plaatsvervangende Kohen Hakadol, zei: “een ieder die de woorden van de Tora ter harte neemt, zullen alle storende gedachten en angsten hem niet molesteren. Hij is vrij van bezorgdheid om geweld en honger, idiote illusies, kwade neigingen tot zonde en ontucht, waardeloze gedachten en angsten voor onderdrukking van anderen. Zo staat het geschreven: 'de bevelen van Hasjem zijn recht en maken het hart blij'” [Avot d'Rabbi Nathan hfst. 20].

Lofprijzingen in zes thema’s; Hasjem’s Oordeel
De oordelen van Hasjem zijn “tsadqoe jachdaw... helemaal rechtvaardig...” [pasoek 10]. De lofprijzingen die Dawied Hamelech doet in de pasoekiem 8-10 omvatten zes thema's: Torat...the Tora...,'edoet...getuigenis... [pasoek 8], poeqdej..., bevelen..., mitswat... opdracht... [pasoek 9], jir'at...ontzag..., misjpatej...oordelen...[pasoek 10]. Deze zes thema's komen overeen met de 6 bevelen van de Misjnah – sjisjah sidrej misjnah. Ieder thema wordt beschreven in 5 woorden, inclusief G'ds Naam. Deze komen overeen met de 5 Boeken van de Tora. Nu zegt Dawied Hamelech volgens Rasjitsadqoe jachdaw... helemaal rechtvaardig...”: al deze thema's zijn perfect verenigd met chesed [vriendelijkheid] en emet [waarheid]. “Hanechemadiem mizahav... zij zijn begeerlijker dan goud...” [pasoek 11]. Hier leren we dat de Tora rijkdom geeft voor in Olam Haba. Nu is het aan ons om in te zien dat dit alles alle rijkdommen op aarde overtreft. Je kunt geld niet mee het graf innemen, maar de Tora begeleidt ons in deze wereld en in de volgende [Ibn Ezra]. Radak wijst ons erop dat aardse luxe goederen van ons afgenomen kan worden om wat voor reden dan ook [diefstal, verliezen, oid.]. Wanneer je je geld uitgeeft, is het niet meer van jou. Daarbij, als jij je vermogen deelt [wat van ons ook verlangt wordt], dan krimpt je vermogen. Maar met de Tora is dat niet zo. De Tora neemt niet af, wordt niet van je gestolen en als je je kennis van de Tora met anderen deelt, zal het eerder toenemen, dan afnemen. Want leerlingen maken de leraar wijzer.

Drie soorten zonden
Gam 'avdecha nizhar bahem... zelfs Jouw dienaar is voorzichtig met hen...” [pasoek 12]. De voorgaande pasoek verklaart dat wijze mannen waarderen de Tora en verlangen naar de Tora meer dan alle aardse geneugten. Hoewel Dawied Hamelech zichzelf niet rekent tot de wijze mannen, hij is wel een dienaar van Hasjem [Tehilliem 18:1] en poogt om elk gebod in acht te nemen [Radak].

Sjegi'ot mie javien... maar wie kan fouten onderscheiden?” Rav Hirsch leert dat sjgie'ah niet hetzelfde is als het woordje 'sjgagah', wat een fout betekent door onvoorzichtigheid en strafrechtelijke nalatigheid. 'Sjgie'ah' geeft een fout aan dat veroorzaakt wordt door foute begrip en redenering. Deze fouten zijn nistarot: onbekend. Alleen G'ddelijke leiding kan voorkomen dat je die aangeboren fouten niet maakt. “Minstarot naqenie... reinig mij van onopgemerkte fouten...” [pasoek 13]. Alsjeblieft, reinig mij van zonden die ik niet wilde maken. Straf mij daar niet voor [Radak].

Gam mizediem chasoch 'avdecha... ook van opzettelijke zonden weerhouden Jouw dienaar...” [pasoek 14]. Omdat wij van Hasjem de vrije wil heeft gegeven, lijkt dit in tegenspraak. Dat is het niet. Dawied Hamelech vraagt niet om een directe interventie van Hasjems kant, maar dat Hasjem zijn leven zodanig leidt, dat het bevorderlijk is om goed te doen zodat hij verstoken zal zijn van het kwaad. “Laat mijn jetser hara niet over mij regeren” want Hasjem helpt degene wiens harten verlangen goed te doen [Yoma 38b]. Hiermee vroeg Dawied Hamelech verder: “el jimsjloe vie... laat hen niet over mij regeren.... 'az 'ejtam... dan zal ik perfect zijn...” Het woordje 'ejtam' kun je met of zonder 'joed' spellen. Echter hier wordt het wel gebruikt, omdat de getalswaarde van joed tien is. Dit staat in de lijn met de Tien Geboden. Ook is 10 het symbool voor de universele perfectie.

Weniqtie mipesja rav... en dat ik gezuiverd zal worden van grote overtreding...” 'Pesja' is een zonde wat heel erg ernstig is. Het is een zonde die opzettelijk wordt gedaan om Hasjem te treffen. Ook al wordt de zondaar er zelf fysiek niet beter van! Met andere woorden, het is openlijke rebellie waar men opzettelijk Hasjem's recht om beperkingen opleggen op de mensheid misgunt. In Tehilliem 32:1 gaan we er dieper op in.

In feite was Dawied Hamelech in pasoek 14 net als een Samaritaan. Samaritanen waren de beste bedelaars uit die tijd. Ze waren slim en sluw. Ze kwamen aan de deur en vroegen om water. Water kost niets. Dan vroegen ze om een klein stukje ui. Wanneer dat gegeven werd, vroegen ze: “Hoe kan ik een ui eten zonder een snufje zout?” Vooruit, ook dat kregen ze voor elkaar om vervolgens een stukje brood af te troggelen. Want wat is een stukje ui en zout zonder brood? Op die manier smeekte Dawied Hamelech voor vergiffenis. Het begon bij vergeving voor lichte fouten, dan voor opzettelijke zonden en uiteindelijk zelfs voor opzettelijke opstandige overtredingen.

Jihjhoe ratson 'imrej fie wehegjon liebie Hasjem Tsoerie wego'alie... Moge Jouw wil zijn dat de uitingen van mijn mond genade vindt en de gedachten van mijn hart, Hasjem mijn Rots en mijn Verlosser...” [pasoek 15]. Dit is de sluitingszin van Sjmone Esre. Hier verzoekt Dawied Hamelech om de aanvaarding van gebeden die in het verleden al geuit zijn en als een petitie van toekomstige gebeden.

De volgende sjioer geeft Rabbi Mizrachi uitleg over zowel Tehilliem 19 als 20. Hij weet de Tehilliem altijd in onze huidige tijd te plaatsen en deze keer is het nog frappanter. Hij toont aan dat in Tehilliem 19 de telefoonlijnen zijn voorspeld en hij gaat dieper in bewijs van Hasjem’s bestaan aan de hand van de zon. 

 

©Jodendom-online 2016

«      1   |   2   
Copyright © 2016 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.