Waarom het Jodendom naar de moeder gaat |
Publicatiedatum: dinsdag 26 juli 2022 |
Auteur: Opperrabbijn Evers | 818 keer gelezen |
|
|
Halacha, Opperrabbijn R. Evers, Vrouwen in het Jodendom » |
|
‘Pinchas’ staat in het teken van de ‘jiddisje memme’. Hier wordt weer een tipje van de mysterieuze sluier rond de joodse moeder opgelicht. Er zijn bekende uitspraken van onze Wijzen over de standvastigheid van de joodse vrouwen om het jodendom voort te zetten. Continuiteit is prioriteit nummer een. We moeten als joods volk de Messiaanse tijden ongeschonden halen. Qualiteit en quantiteit Niet alleen dat het joodse volk in stand moet blijven maar het zou mooi zijn als we met wat meer mensen zouden zijn. Expansiedrang is mij vreemd – ook omdat de Tora zelf zegt dat wij ‘het kleinste onder de volkeren zijn’ (Deut. 7:7) - maar na al die verliezen in onze gelederen tijdens de twintigste eeuw kunt u mijn hartekreet invoelen: het jodendom kan uitbreiding gebruiken. Ik weet dat het meer om de qualiteit gaat maar in onze democratie telt elke persoon ook quantitatief mee. Juist tegenwoordig is het belangrijk dat iedereen gehoord wordt. En dat gebeurt nu precies in deze parsja! Content en continuïteit Reeds bij het prille begin van ons volksbestaan hebben de joodse vrouwen voor de continuiteit gezorgd. In Egypte dreigde voor alle joodse jongetjes een gewisse verdrinkingsdood in de Nijl. Amram (Mosje’s vader) had besloten om te scheiden van zijn vrouw Jochewed. Hij wilde geen kinderen zonder toekomstperspectief. Dochter Mirjam (de oudere zuster van Mosje, toen 5 of 6 jaar oud) gaf haar vader een standje en zei dat zijn beslissing nog harder was dan die van Farao: ‘Farao heeft besloten alleen maar de jongetjes te doden maar door uw besluit komen er ook geen meisjes meer op de wereld’. Amram liet zich de les lezen door zijn jonge dochter, hertrouwde met Jochewed en zij kregen toen Mosje, die ondergedoken in een rieten mandje in de Nijl overleefde. Moed en standvastigheid Maar Mirjam stond niet alleen. De Rabbijnen van de Talmoed roemden reeds een kleine 2000 jaar geleden de moed van alle joodse vrouwen uit die tijd: ‘In de verdienste van de rechtvaardige joodse vrouwen zijn onze voorouders uit de Egyptische slavernij bevrijd’ (Sota 11b). Als eerste aangesproken bij de Sinaï Het doel van de Exodus was geen ongebreidelde vrijheid. Het zou vrijheid in gebondenheid aan de Tora worden. Een heel slavenvolk moest in zeven weken een volk van het Boek worden. Wie werden het eerst aangesproken? De dames: ‘Zo zul je de Tora vertellen aan de dochters van Ja’akov en aan de zonen van Israel’ (Ex. 19:3). In ‘Pinchas’ komen vijf vrouwen, Tselofchads dochters, voor hun rechten op. Ze hadden een dieper inzicht in het erfrecht in Israel, en ageerden tegen de anti-Israel houding van vele mannen. Zij worden daarom met name vermeld. Volkswording, Tora, Israel, drie belangrijke pilaren van het Jodendom. Ere wie ere toekomt. De jiddische Memme finaal Mijn antwoord op de vraag waarom een kind pas joods is als hij/zij een joodse moeder heeft, luidt als volgt: het Jodendom kijkt hoofdzakelijk naar hoe dingen op deze aarde vorm krijgen. Een soeka moet er zo uitzien, een sjofar moet aan die en die voorwaarden voldoen, de tefillien moeten die en die karakteristieken hebben om kosjer te zijn. Hetzelfde geldt voor een baby: die moet in een goede joodse omgeving zijn of haar aardse vorm hebben gekregen. Die baby onstaat in het lichaam van een joodse vrouw. Alleen dan is er sprake van een joods mens in aanleg.
©Opperrabbijn Evers 2022
|
|
|