10 Tisjri 5785 | 12 oktober 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Ruben werd gepasseerd bij het eerstgeboorterecht. De dubbele portie ging naar Joseef
Publicatiedatum: zondag 08 januari 2023 Auteur: opperrabbijn Evers | 818 keer gelezen
Halacha, Geschiedenis/Gebeurtenissen, Opperrabbijn R. Evers, Noachieden »
Ruben werd gepasseerd bij het eerstgeboorterecht. De dubbele portie ging naar Joseef Het tweede boek van de Tora begint met namen. Mensen en persoonlijkheden staan centraal in de joodse geschiedenis (Ex. 1:1-6): “Dit nu zijn de namen van de zonen van Israël, die met Ja’akov naar Egypte waren gekomen. Ieder kwam er met zijn gezin: Ruben, Sjimon, Levi en Jehoeda; Jissachar, Zebulon en Benjamin; Dan, Naftali, Gad en Asjeer. Alle zielen die van Ja’akov afstamden, waren zeventig zielen; Joseef was echter al in Egypte.Toen Joseef gestorven was, en ook al zijn broers, en heel die generatie, werden de Israëlieten vruchtbaar en breidden zij zich overvloedig uit. Ze werden talrijk en uitermate machtig, zodat het land vol van hen werd”.

De stam Joseef gesplitst
Hier wordt Joseef nog als stamvader genoemd maar in feite was al aan het einde van het boek Bereesjiet (Genesis) zijn stam in tweeën gesplitst, in de stammen, die naar Joseefs zoons genoemd zijn, Menasje en Efraïm.

Wat was er gebeurd?
Ja’akov geeft zijn bechor, zijn eerstgeborene van zijn vrouw Racheel, Joseef, zijn twee delen, die iedere eerstgeborene krijgt volgens de Tora. Joseef krijgt twee stammen in de rij van de twaalf stammen, Menasje en Efraïm. Joseef wordt niet meer apart genoemd en ook Levi krijgt geen erfdeel in het land omdat Levi zich voornamelijk gaat wijden aan de priesterlijke en levitische taken, van dienst in de Tempel en onderwijs aan het volk. Het staat allemaal letterlijk in de Tora (Gen. 48:5): “Nu dan, jouw twee zonen, die bij jou in het land Egypte geboren zijn voordat ik bij je in Egypte kwam, zijn van mij; Efraïm en Manasse zijn van mij, net als Ruben en Sjimon”.

Net zoals Ruben en Sjimon zelfstandige stammen zijn, die ieder een eigen deel in Israël kregen, zo zouden ook Menasje en Efraïm hun eigen delen krijgen.

Eerlijk tegenover Re’oeween?
De vraag is of dit wel eerlijk was tegenover Re’oeween (Ruben), de eerstgeborene van de eerste vrouw van Ja’akov, Lea. Maar Re’oeween was ongeschikt om als eerstgeborene de kehoena, het priesterschap te ontvangen (voor de zonde van het gouden kalf waren de eerstgeborenen uitverkoren als kohaniem (priesters)). Bij Ja’akovs laatste woorden legt hij uit waarom Re’oeween (Ruben) geen koheen-functie krijgt (Gen. 49: 3-4): “Ruben, jij bent mijn eerstgeborene, mijn kracht en de eerste vrucht van mijn mannelijkheid, de voortreffelijkste in hoogheid en de voortreffelijkste in sterkte. Onstuimig als het water als je bent, zul je niet de voortreffelijkste zijn, want je bent het bed van je vader ingeklommen, en toen heb je het geschonden”. Re’oeween was te onstuimig om de koheen in HaSjeems Tempel te zijn.

Strijd met de voorschiften van de jefat to’ar?
Daarom werd Joseef, de eerstgeborene van Racheel, de lievelingsvrouw van Ja’akov, uitgekozen als bechor, eerstgeborene. Maar was dat niet in strijd met de voorschriften van de Tora? Staat er niet in Dewariem bij het recht van de eerstgeborene (Deut. 21:15-17): “Wanneer een man twee vrouwen heeft, de een geliefd en de ander minder geliefd, en zowel de geliefde als de minder geliefde vrouw baren zonen bij hem, en de eerstgeboren zoon is van de minder geliefde, dan moet het op de dag dat hij zijn zonen laat erven wat hij heeft, zó zijn dat hij het erfdeel van de eerstgeborene niet aan de zoon van de geliefde geeft, in plaats van de zoon van de minder geliefde, die de eerstgeborene is. Voorzeker, hij moet de eerstgeborene, de zoon van de minder geliefde, erkennen door hem het dubbele deel te geven van alles wat bij hem aangetroffen wordt. Hij is immers de eerste vrucht van zijn mannelijkheid, hij heeft het eerstgeboorterecht”.
Hoe kon Ja’akov, die reeds de hele Tora hield, dit verbod overtreden?

Buiten Israël
Men zou kunnen antwoorden, dat de overdracht van het eerstgeboorterecht aan Joseef buiten Israël plaatsvond, in Egypte, en onze Aartsvaderen de Tora alleen in Israël volledig nakwamen.

Belofte maakt schuld volgens de Noachidische wet
Een tweede antwoord zou kunnen luiden, dat Ja’akov Racheel beloofd had met haar als eerste te trouwen, zodat haar eerste kind de bechor, de eerstgeborene zou zijn. Voor Ja’akov was het houden van zijn belofte een plicht uit de Noachidische wet, die toen als wet voor iedereen gold. Die Noachidische plicht is sterker dan de Tora-voorschriften, die de Aartsvaders alleen als choemre (verzwaring) hielden.

Andere situatie dan in de Tora voorzien
Een derde antwoord zou kunnen luiden, dat onze Aartsvaders de Tora inderdaad hielden maar het naar eigen inzicht mochten interpreteren. Het voorschrift uit Dewariem (Deuteronomium) geld alleen in een heel speciale situatie, waarin een getrouwde man een mooie krijgsgevangene (jefat to’ar) huwt na een oorlog (lees het stukje hiervoor over de jefat to’ar in Dewariem 21:10 e.v.). Die krijgsgevangene kreeg een speciale regeling voor het geval ze uit de gratie viel. Ja’akov echter wilde met Racheel trouwen maar werd bedrogen door zijn schoonvader Lavan. In plaats van Racheel werd Lea in de eerste huwelijksnacht bij Ja’akov naar binnengebracht. Door zijn grote kedoesja (heiligheid) merkte Ja’akov dit niet. Lea werd snel zwanger van Re’oeween. Wellicht gold de regeling van de eerstgeborene van de gehate vrouw niet voor dit geval waarin Ja’akov totaal buiten zijn schuld met twee zusters trouwde.

Profetie in Loez
Maar het echte antwoord staat in de Tora zelf (Gen. 48:3-4): “Jakob zei tegen Joseef: G’d, de Almachtige, is aan mij verschenen in Loez, in het land Kanaän, en Hij heeft mij gezegend. Hij heeft tegen mij gezegd: Zie, Ik zal u vruchtbaar maken, u talrijk maken, en u tot een menigte van volken maken; en Ik zal dit land aan uw nageslacht na u geven als eeuwig bezit. Nu dan, jouw twee zonen, die bij jou in het land Egypte geboren zijn voordat ik bij je in Egypte kwam, zijn van mij; Efraïm en Manasje zijn van mij, net als Ruben en Sjimon”.

G’ds Voorzienigheid heeft dit zo bepaald
Dit vruchtbaar maken betekende, dat Ja’akov nog (minimaal) twee stammen zou krijgen, behalve zijn twaalf zonen. Deze twee zonen zouden de plaats innemen van Joseef in de rij van de twaalf stammen.

Het was G’ds profetie zelf die dit zo bestemd had. En daarom werd Re’oeween als eerstgeborene gepasseerd bij de verdeling van het land Israël onder de stammen.

©Opperrabbijn Evers 2022
Copyright © 2023 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.