11 Niesan 5784 | 19 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
Hoe bescherm je jezelf tegen de jetser hara?
Publicatiedatum: zaterdag 07 september 2013 Auteur: Redactie | 3.853 keer gelezen
Engelen en demonen, Redactie, Chesed, Mosjiach [Messias], Lasjon Hara [kwaadsprekerij], Ziel, gilgoel [reïncarnatie] en geweten, Goed en Kwaad, Moessar [ethiek], Leer van Rav Eliyahu Dessler »

Kiddoesjien 30b: “Mijn kinderen, Ik heb de jetser hara gecreëerd, maar Ik heb de Tora als antidote geschapen.” Met andere woorden, wanneer je je bezighoudt met de Tora, val je niet in de handen van de jetser hara. Een groot geleerde heeft zelfs op die wijze uit de handen van de engel des doods kunnen blijven, omdat hij alleen maar met Torastudie bezig was. Maar de engel des doods heeft hem op een nacht getrickt door een steen tegen zijn raam te gooien, waardoor hij toch zijn ziel uiteindelijk mee kon nemen omdat de geleerde naar buiten kwam om te kijken.

Iedere morgen dawnen wij dat Hij ons heeft opgedragen ons bezig te houden met Tora. Voor bezighouden met Tora wordt het woordje 'la'asok' gebruikt... 'la'asok bedivrej Tora... ons bezighouden met de Tora...” Door Tora krijgt de jetser hara geen kans om zich een baan in je hart te forceren, maar als je slechts een moment van de Tora wordt afgeleid, dan is dat het moment dat je overgeleverd bent aan de jetser hara. Grote zonden beginnen juist bij klein zoals de zonde van de Gouden Kalf: De overtreding met de Eĝel Hazahav begon met twijfel.

“Het volk zag dat Mosje laat was [bosjesj] met het afdalen van de berg...” Sjmot/Ex. 32:1. RaSJi legt uit toen Mosje de berg opging, hij tegen Bnej Jisrael zei dat hij na 40 dagen op de berg voor het 6e uur [dat is middag] terug gekeerd zou zijn. Maar Bnej Jisrael telde vanaf zijn vertrek 40 dagen, wachtte tot de middag en toen hij nog niet teruggekeerd was, begonnen ze zich unheimisch te voelen. Het volk hing zo aan Mosje, dat ieder minuut zonder hem al te veel voor hen was. Hun intense hang aan Mosje was te groot zodat zij zelfs geen uur zonder hem zich staande konden houden. En toen kwam de Satan.

Op 16 Tammoez nam de Satan letterlijk duisternis en verwarring mee die zij rond de top van berg Sinaj zagen. Toen dacht Bnej Jisrael bij henzelf dat Mosje wel dood moest zijn. Toen de eerste twijfel gezaaid was en het volk zichzelf niet corrigeerde, vroeg de Satan: "Waar is jullie Rabbi Mosje?" Bnej Jisrael antwoordde: "Hij is naar de hemel opgestegen".

"Ja maar,” zei de Satan, “het zesde uur is inmiddels aangebroken. Hij zal nu terug moeten komen".
Het volk negeerde de woorden van de Satan.
"Hij is dood!" zei de Satan.
Weer negeerde het volk hem, maar de twijfel bleef aan hen pijnlijk knagen.
Toen liet de Satan aan het volk de doodskist van Mosje zien.
(Sjabbat 89a)

Toen zij zijn doodskist zagen, stortte het volk in elkaar. ...lie ‘aseh-lanoe ‘elokiem ... geef ons een leider.... Sjmot/Ex. 32:1 zeiden zij tegen Aharon.

Hoe verliep dit proces?

Iedere stap van de beproeving werd intensiever dan de voorgaande. Het unheimische gevoel dat Mosje nog niet op tijd was teruggekeerd, was een gebrek aan geloof. Wanneer zij door de ogen van 'Emet, Waarheid, gekeken zouden hebben, dan was het voor hen onmogelijk te denken dat Mosje te laat zou zijn. Zij zouden weten dat zij een fout hadden gemaakt in hun berekening wanneer Mosje terug zou moeten zijn. Zij zouden begrijpen dat dat onder geen enkel beding Mosje een afspraak – wat niet minder het Woord van Hasjem Zelf was – zou verbreken. De waarheid zou in hen werken en zouden zij tegen elkaar zeggen: “zie toch hoe eenvoudig iemand een fout kan maken. We wisten zo zeker dat hij gezegd heeft dat hij vandaag zou terugkeren, maar aangezien hij er nog niet is, moeten wij hem niet helemaal begrepen hebben.”

Deze conclusie zou juist geweest zijn. Want Mosje zei – we herhalen – dat hij na 40 dagen op de berg voor het 6e uur terug gekeerd zou zijn. Bnej Jisrael begreep hem als of hij 40 dagen weg zou zijn inclusief zijn klim naar de top van de berg.

Aangezien zij zichzelf niet corrigeerden en hiermee de geest van onrust toelieten in hun harten, liet Hasjem de Satan toe om de intensiteit van de beproeving te doen toenemen. De Satan toonde de duisternis om de bergtop en zij maakten de volgende fout dat Mosje dit nooit zou kunnen overleven. Toen zij werkelijk dachten dat Mosje dood zou zijn, toen pas was het de Satan toegestaan om in hun verbeelding Mosjes doodskist – dat door de lucht gedragen werd – te laten zien.

Rabbi Zvi Hirsch Broide zei in de naam van Rabbi Yisrael Salanter dat deze gebeurtenis een klassiek voorbeeld is hoe wij zelf de macht van de Satan doen toenemen en hem in staat stellen de intensiteit van de hevigheid van de beproeving stap voor stap doen toenemen. Bitachon is hierin de sleutel: de absolute G'ds vertrouwen ["Alles wat Hasjem doet, komt altijd ten goede" (Berachot 62b); "Gam zoe letova" (Taanit 21a] waar emoena, geloof in Hasjem en in Zijn voorzienigheid, vooraf gaat. Bitachon is ondanks alles het vertrouwen houden in de Kadosj Baroech Hoe. Ook wanneer je getest wordt (Sjemot/Ex. 17).

Maar als nu niet zo intellectueel bent waardoor je niet goed Tora kunt studeren, kun je ook je wijden tot het geven van instellingen waar de Tora wordt bestudeerd. Dan creëer je de situatie van Zevoeloen en Issaschar:

Issachar lernde Tora en Zevoeloen deed zaken en onderhield Issachar zodat hij als een charedie kon leven. Dit was mogelijk omdat Ja’aqov hier een groot gewichtigheid aan gaf waardoor Issachar’s spirituele groei kon ontwikkelen. Ditzelfde deed ook de RaMBaM en zijn broer. Toen hun vader overleed, richtten Mosje en zijn broer David een zaak in juwelen op maar de inmiddels dertigjarige RaMBaM bemoeide zich weinig met de zaken omdat hij had besloten zijn leven aan de Heilige Leer en de Joodse wetenschappen te wijden.

Dit is het tweede voorbeeld van de bescherming tegen de jetser hara.

Een andere bescherming tegen de jetser hara zijn goede daden, want in handen overgeleverd zijn van de jetser hara is geen lichte kwestie. Daarom wordt er gezegd: gelukkig is Bnej Jisrael, want wanneer zij zich verbinden aan de Tora en chesed doen, worden hun jetsers hara overgeleverd aan hun macht en zijn zij niet overgeleverd aan de macht ban hun jetsers hara' [Avodah Zara 5b]. Tora doen en chesed zijn ook een wisselwerking. Wanneer je werkelijk aan de Torastudie gebonden bent, dan dan dringt dit door tot in je hart en emotie en dan ga je chesed doen. De Maharal leert dat zulk soort toewijding absoluut is zonder enige belemmering dan ook. Avodah Zara 5b gaat verder met de woorden Elijahoe hanavi. We moeten ploegen als een rund en we moeten sjouwen als een ezel voor de woorden van de Tora!

Pagina index:
Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.