22 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Zelf gunstig beoordeeld worden
Publicatiedatum: maandag 16 december 2013 Auteur: Redactie | 1.799 keer gelezen
Redactie, Talmoed Tora, Lasjon Hara [kwaadsprekerij], Ahavat Israel [naaste liefde], Moessar [ethiek] »
Vrome Joden en minder vrome Joden maken lol

Oetnenoe hajom oevchol jom lechen olechesed oelrachamien be'ejnecha oevenej kol ro'ejna...Schenk ons vandaag en elke dag gunst, vriendelijkheid en genade in Jouw ogen en in de ogen van degene die ons zien."

Dit gebed en in deze strekking, bidden wij dagelijks meerdere malen tijdens benchen over de maaltijd, Tefillah Baderech [gebed voor op de weg] en in onze ochtendbrachot. Waarom moeten wij dawnen dat ook mensen ons gunstig beoordelen? Is het niet voldoende dat Hasjem onze daden en gedachten goedkeurt? Zijn wij mede verantwoordelijk voor hoe een ander naar je kijkt?

Volgens Risjon Letzion Misjlei 3:4 zijn er twee typen die op een bepaalde manier Avodah Hasjem doen, die Hasjem dienen:

  1. Iemand die Hasjem op zijn eigen[wijze] manier dient, zonder dat het hem kan schelen hoe anderen over zijn Avodah Hasjem denken.

  2. Iemand die Hasjem dient, maar heel belangrijk vindt of anderen hem vroom genoeg vinden en zijn manier van Avodah Hasjem goedkeuren. Hij is bang dat zijn Avodah Hasjem door anderen wordt afgekeurd.

R'Yochanan ben Zakkai zei volgens Berachot 28b op zijn sterfbed tegen zijn talmidiem: 'moge het de wil van Hasjem zijn dat de vrees van de Hemel op je ligt, zoals de vrees voor vlees en bloed.”

Beide benaderingen van Avodah Hasjem hierboven is niet goed. De eerste persoon is schuldig aan het leggen van een blok voor de voeten van de ander, waardoor hij kan struikelen. Dit is hetzelfde als iemand doen zondigen. De ene zonde volgt de ander op!

De benadering van de tweede persoon is weliswaar niet goed, maar wel waardevol, omdat het eerste instantie sjelo lisjmah - voor zichzelf - is, maar uiteindelijk wordt het lisjmah, voor de Hemel.

We moeten dus gunstig naar elkaar kijken, zowel jij naar je naaste en van het goede uitgaan, maar je naaste moet ook van jouw goede bedoelingen uitgaan. Als dat laatste gebeurt, dan doe je het goed in de ogen van de gemeenschap, die elkaar corrigeert op gebied van Halacha. Daarom dawnen wij voor gunst in de ogen van Hasjem en onze medemens. Maar het is aan Hasjem die wij moeten gehoorzamen. De gunst in de ogen van de medemens helpt ons om ons best te doen en het voorkomt het doen van averot [zonden].

Als laatste nog een kanttekening. Iedereen heeft zijn manier van Joods zijn. Laten wij vromen de minder vromen niet beoordelen hoe 'goed' of 'niet goed' zij het doen. Dit met een vooringenomen houding 'ik doe het beter'. En andersom geldt ook: mannen die schwarz-weiß gekleed zijn en vrouwen met sjeitels, zijn lang niet altijd saai en stijf!

Wij zijn een volk: Am Jisrael echad. Dat is wat Hasjem van ons verlangt.

Bron: Limud Yomi Kleinman Edities II en III

©Jodendom-online 2013

 

Pagina index:
Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.