Oordeel iedereen gunstig
“Hewe dan 'et kol ha'adom wechaf zchoet... oordeel iedereen gunstig” [Avot 1:6]. Dat is moeilijk! Wij hangen in onze menselijkheid zo aan met onze ogen – dus wat wij denken te zien – en daarmee beoordelen wij onze omgeving en de mensen daarin.
Toch schrijft de Tora ook hierin regels voor. Om jou te beschermen, maar ook om je naaste te beschermen. Het zijn omgangsregels waardoor je ruzies voorkomt, maar ook scheve gezichten. Wat zijn die regels?
Wanneer je iemand ziet die je niet kent of wel weet wie het is, maar hem niet goed kent en hij doet iets wat tweeërlei uitlegbaar is zowel goed als slecht, dan moeten wij van het goede uitgaan [RaMBAM Peirush Hamishnayot op Misjnah Avot]. Best moeilijk, want wij denken iemand al heel snel te kennen. Vaak kom je achteraf tot de ontdekking dat we elkaar eigenlijk slecht kenne, waardoor je gedwongen wordt deze mitswe te doen. Echter: het is wel een mitswe om na te gaan of je aan het goede of verkeerde eind trekt door uit te zoeken of de intentie goed of slecht is [Selah]. Maar dit mag alleen wanneer je er goede bedoeling bij hebt door bijvoorbeeld hem te helpen om in de toekomst te voorkomen dat hij dezelfde misstap zet [Wajjiqra 19:17].
Ook wanneer je van die persoon weet dat hij een goed persoon is, maar zijn daad is overduidelijk slecht, dan ben je ook verplicht om hem gunstig te beoordelen. Maar wanneer je echt niet op toe kan zetten dat deze daad van de goede persoon niet slecht is, zegt de RaMBaM dat je dan wel vanuit mag gaan dat het niet goed zit. Echter Rabbeinu Yonah geeft een slag om de arm: je moet er dan wel vanuit gaan dat hij het niet opzettelijk doet, tesjoeva [tot inkeer komen] zal doen en het voortaan zal laten. Zie je een geleerde zondigen, dan ga je er vanuit dat de daad lisjmah is, omwille van de Hemel is [Shaar Haosios Kaf], want een zonde dat begaan is vanuit lisjmah is groter dan een mitswe vanuit iemands verborgen motieven [Horajot 10b].
Wanneer een slecht persoon iets goeds lijkt te doen, ook al is er een geringe kans dat de goede daad uit slechte motieven voorkomt, dan mag je er van uitgaan dat zijn intentie inderdaad niet goed is.
|