 In het artikel Elkaar gunstig beoordelen/ Zelf gunstig beoordeeld worden, leerden we dat het niet alleen belangrijk is om je naaste gunstig te beoordelen, maar ook dat jij gunstig beoordeeld wordt. De gunst in de ogen van de medemens helpt ons namelijk ons best te doen waardoor het het doen van averot [zonden] voorkomt.
“Rabbi Shimon zei: “Er zijn 3 kronen – de kroon van Tora, de kroon van priesterschap en de kroon van koningschap, maar de kroon van een goede naam overtreft hen allen.” Avot 4:17.
Kunnen dan alleen geleerden, kohaniem en koningen een kroon verdienen?
Tiferet Yisrael legt uit dat ook bijzondere maatschappelijke status voor een van de bovenstaande kronen kan staan. Zo staat bijvoorbeeld een rechter voor de kroon van Tora, iemand vanuit een vooraanstaand geslacht staat voor de kroon van priesterschap en een rijk persoon kan de kroon van koningschap dragen. Hiermee leert Tiferet Yisrael dat een ieder die in zich heeft om iets te doen voor het welzijn van zijn naaste vanuit zijn status of zijn welvaart, dit ook moet doen. Dan zal hij beschouwd worden als een gekroonde onder Israël. Neemt hij deze verantwoordelijkheid niet op, dan is die vergaarde kroon niet meer waard dan ordinaire neusring door de neus van een dier.
In Yoma 72b meent dat de 3 kronen wat Avot aanhaalden, worden gesymboliseerd met de 3 gouden kronen van filigraan die de Aron [de Ark waar de Loechot/Stenen Tafelen in lagen], de Sjoelchan [de tafel met de toonbroden] en het Binnenste Altaar versieren. Zo'n kroon wordt zer genoemd. De kroon van het Binnenste Altaar staat voor de Kehoenah. Deze was bestemd voor Aharon. De kroon van de Sjoelchan staat voor koningschap, die door Dawied Hamelech werd opgepakt. De kroon van de Aron, die voor de Tora staat [de Tora lag immers ook in de Aron], is voor iedereen beschikbaar.
Maar waarom wordt de kroon van de goede naam niet in deze Gemorre genoemd?
Maharsha kan ons hierin verder helpen. Hij wijst erop dat in de volgende passage van de bovengenoemde Gemorre, R'Yochanan zich afvraagt waarom het woord zer wordt gelezen als zejr – kroon – omdat het met een Joed wordt gespeld. Dit terwijl het woord wordt uitgesproken als zer. Dus er staat zejr – kroon – maar wordt uitgesproken als zer. Zer betekent 'vreemd' of 'raar'. Als antwoord geeft hij als volgt. Wanneer iemand het verdient, dan zal zijn goede naam als een kroon voor hem zijn, maar wanneer iemand het niet verdient, dan zal zijn naam zich van hem vervreemden.
Hij legt verder uit dat de kroon van de goede naam refereert naar jir'at sjamajiem, ontzag voor Hasjem. Dit is af te lezen van zijn gedrag. Zonder ontzag voor Hasjem, zal de kroon verdwijnen waardoor iemands goede naam geen stand houdt.
Bron: Limud Yomi Kleinman Edities I
©Jodendom-online 2014 |