Basjamajiem, in de hemel, bestaan twee kamers waaruit input komt waardoor wij ons alle momenten van de dag laten beïnvloeden. Als het waren staan wij middels een infuus in verbinding met deze kamers. Uit de ene kamer komt kedoesja – heiligheid – uit. Uit de andere kamer wordt de klippah – onheiligheid – gehaald.
Wanneer we een mitswa doen, halen we chajoet Eloqiem – G'ddelijke invloed – naar de wereld. Op dat momentaan staan we in verbinding met de kamer van de Kedoesja. Echter wanneer we een awera – zonde - doen, dan tappen we deze invloed uit de kamer van de Klippah waardoor we juist duisternis in deze wereld bevorderen. Zowel de mitswa als de awera doen we in gedachten, woord en daad en voor alle drie kunnen we gestraft of beloond worden.
In het artikel Kiriat Sjema al Hamittah leren we – om chajoet Eloqiem in de wereld te brengen – dat wij 248 positieve [de 'je zult doen' geboden] moeten doen die er tevens ervoor zorgen dat we een verbinding met Hasjem maken. Door die verbinding vergaar je spirituele rijkdommen. Met de 365 negatieve geboden [de 'je zult niet-doen'] leg je als het ware een beveiligingssysteem om je vergaarde spirituele rijkdommen heen, die je tegen [spirituele] dieven beschermen die uit zijn jouw spirituele rijkdommen te stelen. Maar niet alleen de heilige kant wilt gevoed worden uit de Kamer van Kedoesja. De sitra archa – de duisternis – heeft ook energie nodig om überhaupt te kunnen bestaan zodat we die keuze in goed en kwaad kunnen behouden [de vrije wil]. Zonder sitra archa is er geen duisternis. Zonder duisternis zouden wij niet de vrijheid een keuze te maken vóór of – chas wesjalom – tegen Hasjem. Deze sitra archa haalt zijn energie uit de Kamer van de Klippah vandaan. Dit begint met kwade gedachten. Meestal worden die omgezet in lasjon hara of andere zondige daden.
Slechte gedachten die opeens in jouw gedachten opkomen, ben jij primait gezien niet zelf, ook al 'hoor' je ze met je eigen stem. Deze eerste 'pop-up' komt uit de Kamer van Klippah. Maar na twee seconden worden ze wel degelijk een onderdeel van jouw persoonlijkheid, omdat je er namelijk ervoor kiest om over die gedachten na te denken. Na twee seconden ben jij volledig verantwoordelijk voor deze kwade gedachten. Na twee seconden wordt je letterlijk in de lavoesj, kleed, van deze zondige gedachten gekleed waardoor zij een onderdeel van jouw persoon zijn geworden. En aangezien wij door lavoesj nachasj überhaupt in staat zijn slechte gedachten uit de kamer van de Klippah te trekken, worden jouw lavoesj van goede daden ook nog eens besmeurd door kwade gedachten, spraak of daden [zie hiervoor ook het artikel Kiriat Sjema al Hamittah].
Terwijl je met lasjon hara een ander probeert te treffen, wat altijd ook 'doeltreffend' is, helaas, beschadig je ook jezelf. Niet allen spiritueel, maar ook letterlijk fysiek! Spiritueel gezien: Wanneer je lasjon hara spreekt, breekt je jacharot af. Jacharot is de bescherming om je ziel die als een dam die enorm veel water tegenhoudt. Iedere keer als je iets naars over iemand spreekt, ontstaat er een chariets – een breuk - in je lavoesj van je spraak [maar alle drie lavoesjiem: gedachte, spraak en daad].
Maar wat zeker zo erg is, is het fysieke aspect. Hoewel wij – helaas – niet meer direct zichtbaar gestraft kunnen worden voor lasjon hara, gebeurt er iets in jouw lichaam wat niet zichtbaar is. |