Suicide en Jodendom |
Publicatiedatum: dinsdag 17 december 2019 |
Auteur: Opperrabbijn R. Evers | 1.668 keer gelezen |
|
|
Halacha, Noachieden, Gezondheid, psychologie en sport, Leven, dood en Opstanding der doden » |
|
Dood is niet alleen negatief De dood wordt binnen het Jodendom niet noodzakelijk als iets negatiefs beschouwd. Deze gedachte wordt aangegeven in de midrasj. Op het vers: ‘En G’d zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed’ (Genesis 1:31) zegt de midrasj [Bereesjiet Rabba 9], dat dit vers slaat op de dood. Zou het menselijk leven na 70 of 80 jaar niet worden afgesloten met de dood, dan zou de waarde van het leven in vergetelheid raken.
Deze gedachte wordt ook weergegeven in de Tanna debé Elijahoe: ‘Een leerling vroeg mij: Waarom bent u blij met de Engel des Doods? Ik antwoordde: Mijn zoon, ware het niet voor de Engel des Doods, wat zouden we doen voor onze Vader in de Hemel?’
‘De dag van de dood (begint) vanaf de dag der geboorte’, verklaart Prediker (7:1). Vanaf de dag, dat de mens vervloekt werd [Genesis 2:17] – ‘op de dag dat je van de Boom des Levens zult eten, zul je zeker sterven’ – is het leven zo geconstrueerd, dat iedere ademtocht een deel van het stervensproces vormt. Het stervensproces begint met de dag van de geboorte. Leven en dood zijn nauw met elkaar verbonden.
Indien de mens het ‘memento mori’ hoog in zijn vaandel draagt, zal hij het leven kunnen waarderen. Wanneer de Chagamiem de dood in een positief daglicht stellen en de Moesar-werken de nietigheid van de mens benadrukken, bedoelen zij hiermee de positieve waarde van het leven naar voren te brengen. Een leven zonder hoop of einde zou een eindeloos en doelloos geheel worden. Wij kunnen vreugde waarderen omdat we verdriet kennen, we verlangen te leven omdat wij de dood kennen.
|
[1] « 11 | 12 | 13 | 14 | 15 » [18] |
|
|