20 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Miron en Rimon
Publicatiedatum: woensdag 13 mei 2020 Auteur: Opperrabbijn Jacobs | 1.915 keer gelezen
Omer tellen, Lag Be'omer, Opperrabbijn Jacobs »

Pesach ligt alweer een flinke tijd achter ons. Maar toch ook weer niet. Want nadat de Joden uit Egypte waren getrokken ‘waren ze er nog niet’. Waar doel ik op? Egypte staat voor slavernij. Slaven waren wij bij de Farao in Egypte. Jodendom doet niet aan geschiedenis! Dat wil zeggen: geschiedenis zuiver en alleen om te weten wat er in het verleden is geschied, is interessant, maar meer niet. Tenzij, en daarom kan geschiedenis van vitaal belang zijn, tenzij we leren van die geschiedenis. Wetmatigheden die we kunnen gebruiken in het hedendaagse. Helaas denk ik soms dat de belangrijkste wetmatigheid die we van de geschiedenis leren is dat we nooit van de geschiedenis leren. Maar dit terzijde omdat het nog vroeg in de ochtend is, terwijl ik deze column schrijf en het zeker aan het begin van de dag niet goed is om pessimistisch te zijn!

Nadat het Joodse volk bevrijd was uit Egypte waren ze weliswaar fysiek bevrijd, maar geestelijk begonnen ze pas. De jarenlange slavernij had hen beschadigd. Er is een herstelperiode nodig, een revalidatie. En de lengte van zo’n herstelperiode hangt af van de zwaarte van de ziekte. Maar niet alleen van de ernst van de overwonnen kwaal, ook van de bereidheid om te herstellen. Hoe hard werk ik aan de revalidatie.
Vierhonderd jaar waren de Joden in Egypte geweest. Eeuwenlang beïnvloed door een cultuur die niet de hunne was, een verderfelijke levensvisie waaraan ze verslaafd waren geraakt. En nu: op weg naar de berg Sinai, naar Thora en Traditie, naar een totaal andere manier van leven. Om bij die berg Sinai aan te komen moest er gereisd worden. Negenenveertig dagen. Maar die tocht na de Uittocht was niet alleen een fysiek gebeuren. Het was ook een spirituele reis. Weg van de verdorven Egyptische cultuur en op weg naar het Joodse denken en leven. Negenenveertig dagen die overeenkomen met de negenenveertig gevoelseigenschappen die ieder mens in zich heeft.
Gevoelseigenschappen die toentertijd onder het vergrootglas gelegd moesten worden en uiteraard ook heden ten dage, want aan geschiedenis doen we niet. Het is een periode van geestelijke revalidatie, toen en vooral nu.

Op de drieëndertigste dag van deze periode, gisteren dus, tussen het vertrek uit Egypte en de aankomst bij de berg Sinai, heeft zich in latere tijden iets bijzonders afgespeeld, dat we jaarlijks herdenken. Maar nogmaals: aan louter herdenken doen we niet. Op deze drieëndertigste dag van de zogenoemde Omertijd, kwam er een eind aan de sterfte die uitgebroken was onder de leerlingen van de beroemde rabbi Akiva. Als reden van de sterfte wordt gebracht het gebrek aan onderling respect. Maar nog iets heeft zich afgespeeld op de drieëndertigste dag: het is de sterfdag van Reb Shimon bar Jochaj (100-170), een van de leerlingen van Rabbi Akiva en de grondlegger van de Joodse mystiek. De Joodse mystiek was niet nieuw, maar was vanaf dag één een onlosmakelijk, maar verborgen, onderdeel van de door G’d op de berg Sinai aan Mozes gegeven Thora en Traditie. Het was Reb Shimon bar Jochaj die het verborgene zichtbaar heeft gemaakt. Op de drieëndertigste dag van de Omertijd is hij overleden. Maar hij heeft kenbaar gemaakt dat juist zijn sterfdag een feestdag moest worden. Zijn ziel, zo benadrukte hij, zou op zijn sterfdag weer thuiskomen, na een lange reis op deze aarde. Thuis, terug bij zijn oorsprong en dus dichtbij de Eeuwige. En als de reis goed verlopen is, als de aardse tocht een succes was geweest, de opdracht was volbracht, dan past geen rouw, dan is het feest.

Een rimon, granaatappel, behoort tot de vruchten waarmee het land Israel is gezegend. De schil van een rimon is oneetbaar. En zelfs als de rimon geopend is, dan zien we witte velletjes die erg bitter zijn, niet te eten. Maar er zitten ook heerlijke zoete pitjes in die granaatappel. Om die pitjes te kunnen eten moet er eerst heel wat werk worden verricht. De pitjes, het eetbare gedeelte, moet ontdaan worden van bitter omhulsel, een flink karwei. Kijk niet naar de fles, maar naar de inhoud, was een van de uitspraken van een leerling van rabbi Akiva. En het was Reb Shimon bar Jochaj die de diepere inhoud van de Thora zichtbaar heeft gemaakt. Dertien jaar heeft hij zich schuil moeten houden, dertien jaar zat hij ondergedoken in een grot om aan de vervolging door de Romeinen te ontkomen. Bittere tijden heeft hij meegemaakt. Maar uiteindelijk heeft hij de verborgen schatten, de Joodse mystiek, geopenbaard. Zijn graf in Miron wordt jaarlijks door tienduizenden gelovigen bezocht, dit jaar helaas alleen virtueel. De plaatsnaam Miron heeft dezelfde letters als Rimon. En daarom was de drieëndertigste dag van de Omer dit jaar nog actueler als andere jaren. Wat we zien kan oppervlakkig bekeken bitter zijn, maar als we verder kijken en diep doordenken, zit er ook in bitterheid een verborgen zoete betekenis.
In onzer huidige bittere tijden worden ook prachtige zoete en heerlijke vruchten zichtbaar. Onderlinge verbondenheid, eendracht, naastenliefde. En hoewel ik dagelijks bid dat de bittere omhulsels per direct zullen verdwijnen, toch: Kijk niet naar de fles, maar naar de inhoud en als je naar medemens kijkt, denk dan aan de Rimon.


©Opperrabbijn Jacobs 2020

Copyright © 2020 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.