Vier dagen per jaar moeten Joden vasten en rouwen ter gedachtenis van verschillende historische gebeurtenissen van de verwoesting van de Heilige Tempel. De 17e Tammoez is een van de vier dagen en het is het begin van de drie weken durende periode van rouw die zijn climax met Tisja Be'av - de dag van de vernietiging van de beide Tempel - kent. Deze vier dagen van vasten zijn te vinden in Zacharjah. In overeenstemming met het optimisme van het Jodendom, wordt in de Bijbelse verwijzingen over de vier rouwdagen, inclusief Tisha Be'av, niet aangehaald met vaste richtlijnen hoe men moet vasten en rouwen.
In plaats daarvan worden deze dagen in een positief context belicht, zoekend naar de Messiaanse toekomst wanneer deze vastendagen feestdagen zullen worden: "[het] Zal voor het Huis van Jehoedah vrolijkheid en blijheid zijn, en vreugdevolle bijeenkomsten; Daarvoor houdt je van de waarheid en vrede." [Zacharjah 8:19]. Zo werd Tisja Be'av voorbestemd om een onderdeel te zijn van onze Halachische traditie en niet als een dag van eeuwige rouw. Integendeel, het is een tijdelijke dag van rouw, totdat het de permanente dag van vreugde zal worden in het Messiaanse Tijdperk. In Eicha [Klaagliederen] wordt Tisja Be'av een mo'ed - feestdag - genoemd [1:15; 2:22]. Daarom zeggen we geen Tachanoen en Sjlichot op Tisja Be'av [SA 559:4].
Wat zijn de tekenen van het naderende Messiaanse Tijdperk? De Talmoed stelt dat de sleutel van het teken voor het begin van de verlossing de terugkomst van de Joden uit ballingschap en het groen worden van het land Israël is. "Er is geen duidelijker teken dan wanneer het Land van Israël overvloedig produceert, dan is het einde van de ballingschap in aantocht [Sanhedrin 98b, Rasji].
Bijna 2000 jaar heeft ons land alle bezetters en veroveraars verworpen waardoor het verlaten bleef [Devorah: dit is voorspeld in de Tora. Scroll door naar 'Heiligheid van Erets Jisrael]. De Sifra legt uit dat de vloek van het land tijdens onze lange ballingschap "Ik het land verlaten verlaten zal maken", [Parasja Bechoekosai] een verborgen zegen is. Hierdoor hoefden wij ons geen zorgen te maken toen tijdens onze ballingschap onze vijanden in ons land gingen vestigen. Daarom is de vergroening van Israël een duidelijk signaal dat G'ds decreet van 'verwoesting' voor het land voorbij is en dat de verlossing nabij is. Het land van Israël moest in winterslaap, wachtend op ons, haar kinderen, om terug te keren uit ballingschap.
Profeet Jermijahoe [Jeremia] zag de komst van de Messiaanse Verlossing en de viering zijnde een groter evenement dat de uittocht uit Egypte [Vs. 16:14 en 15]. Wij zitten momenteel aan het begin van de Messiaanse tijdperk. Als de Mosjiach vóór Tisja Be'av, dat zullen we in plaats van vasten op Tisja Be'av feesten.
De Talmoed vertelt ons dat toen de Tempel op Tisja Be'av in brand werd gestoken, de Kohaniem het dak op klommen en de sleutels van de Tempel naar de Hemel wierpen. Zij riepen: "Oh G'd, wij zijn het niet waardig dat wij deze sleutels hebben. Houd Jij ze maar bij Je tot er een generatie ontstaat die het meer waard is om deze sleutels te bezitten dan wij [Yerushalmi, Shekalim 6:2].
Volgens de Lubavitcher Rebbe kunnen wij die generatie, aan wie Hasjem opnieuw de sleutels zal toevertrouwen, zijn. Laten wij van de les van Tisja Be'av leren door Sinat Chinam om te zetten in Ahavat Chinam, zodat de lsutels van de Tempel naar ons gestuurd kunnen worden.
©Rabbijn prof. Efraim Sprecher 2011 |