8 Niesan 5784 | 16 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Kohaniem en Levi'iem zijn toppers
Publicatiedatum: dinsdag 05 juni 2012 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 2.548 keer gelezen
Opperrabbijn R. Evers, De Misjkan en de Bejt Hamiqdasj , Tellen van Joden, Minhagiem [Gewoonten en Gebruiken] »

Als we de tellingen in Numeri hoofdstuk 1 doorrekenen, stuiten we op een opmerkelijk fenomeen. De stam Ruben bestond uit 40.500 man. De stam Sjimon telde 59.300 man, Gad had 45.650 man, Jehoeda 74.600 man, Jissachar 54.400 man, Zevoeloen 57.400 man, Efraim had 40.500 man, Menasje 32.200 man, Benjamin 35.400 man, Dan 62.700 man, Asjeer 41.500 man en Naftali 53.400 man. Het totale Joodse volk telde 603.550 man tussen de 20 en 60 jaar. Niemand weet meer tot welke stam hij of zij behoort, alleen kohaniem en levieten weten dat zij afstammen uit de stam Levi. Kohaniem stammen bovendien nog af van Aharon, de broer van Mosje, de eerste koheen gadol, de Hogepriester.

In de geschiedenis hebben de kohaniem (en levieten) het het best van allen gedaan. De kohaniem begonnen met vier kohaniem – Aharon, Elazar, Itamar en Pinchas - op 603.550 volwassen mannen. Dat is 1 op 150.000. Tegenwoordig is er geen groot minjan meer zonder koheen. Kennelijk hebben zij het stevigst standgehouden in de geschiedenis. Hetzelfde geldt voor de levi’iem. Die begonnen met 22.000 man, ongeveer 1 op 30. Tegenwoordig zijn er procentueel veel meer levi’iem.

Waarschijnlijk komt dit door hun spirituele taak en hun voorrechten binnen het Joodse volk. De kohaniem vormen een onderdeel van de stam Levi. Kohaniem hadden binnen de stam Levi echter aparte taken en een hogere status gekregen. Kohaniem en levi’iem nemen in onze parsja een belangrijke plaats in: “En G’d sprak tot Mosjé: Laat de stam Levi naderen, plaats hem voor Aharon, de priester en zij zullen hem dienen” (3:6). De levi’iem kwamen in plaats van de bechoriem, de eerstgeborenen. Toen deze zondigden bij het gouden kalf werden ze afgekeurd als G’ds dienaren. De levieten, die geen afgoden hadden gediend, werden in hun plaats aangesteld.

Kohaniem en levieten hadden verschillende voorrechten. Zij mochten de Tempeldienst verrichten en kregen in ruil daarvoor heffingen en tienden van de Israëlieten.

Voorrechten tegenwoordig
Hoe zit het met hun voorrechten tegenwoordig? Bestaan die nog na de verwoesting van de Tempel in 70 n.d.g.j.? Jazeker, en met name blijkt dit bij het oproepen voor de Tora.

Als eerste wordt een koheen opgeroepen, daarna een levi en daarna een jisraëel (B.T. Gittien 59a). De reden van deze volgorde luidt: “vanwege de vrede”, om ruzie te voorkomen.

Volgens de Tora?
In de Talmoed Jeroesjalmi zegt Rabbi Sjimon bar Jochai dat deze volgorde volgens de Tora verplicht is omdat er geschreven staat (Dewariem 31:9) - bij de dieniem (voorschriften) omtrent de openbare voorlezing uit de Tora door de Koning op Soekot na afloop van een Sabbatical year, het sjemieta-jaar (bij hakheel, openbare voorlezing door de koning): “Toen Mosjé de Tora had opgeschreven gaf hij deze aan - eerst de Kohaniem – daarna - de zonen van Levi en pas daarna aan al de oudsten van Israël”. Rabbi Jehoesjoe’a ben Levi meent echter, dat de voorgeschreven volgorde bij het oproepen van Rabbijnse oorsprong is.

Geen koheen? Bundel uiteengevallen
Maar wat gebeurt er als er geen koheen aanwezig is? “Als er geen koheen aanwezig is, dan is de bundel uiteengevallen”, zegt de Talmoed. Deze laatste uitdrukking wordt op drie manieren uitgelegd.

  1. De eerste verklaring stelt, dat bij gebrek aan een koheen, geen levi kan worden opgeroepen. Vóór een jisraëel niet om het misverstand te voorkomen, dat men zou menen dat een levi volgens de Tora voorrang zou hebben; na een jisraëel niet, omdat hij toch meer kedoesja (heiligheid) bezit dan een jisraëel en het niet zou passen een hogere kedoesja later op te roepen.

  2. Een tweede uitleg wil, dat er dan geen voorgeschreven volgorde meer bestaat. Wie men als eerste wil oproepen is irrelevant. De levi heeft geen speciale kedoesja bij ontstentenis van een koheen. Zonder koheen is hij gelijk een gewone jisraëel. Men kan nu doen wat men wil en hem voor of na een jisraëel oproepen, evenals dit bij twee jisraëliem kan.

  3. Een derde verklaring is van de hand van de Rosj uit Toledo (13e eeuw). De Rosj stelt, dat als een jisraëel een grotere geleerde is, de jisraëel voorgaat en daarna de levi opgeroepen wordt. Indien de levi een grotere geleerde is, gaat de levi voor. Indien levi en jisraëel gelijk zijn qua geleerdheid gaat de levi voor.

De sefardische Rabbi Joseef Karo paskent (beslist), dat indien er geen koheen aanwezig is in sjoel, een jisraëel in plaats van een koheen moet worden opgeroepen en dat na de jisraëel geen levi mag worden opgeroepen.

De Asjkenazische Rabbi Mosjé Isserles (16e eeuw) schrijft echter, dat een levi als eerste kan worden opgeroepen. Als men een levi als eerste oproept moet men daarbij zeggen “bimkom koheen” (in plaats van een koheen) opdat men niet zal menen dat deze levi een koheen is. Dit laatste is geen Hollandse minhag, gewoonte maar in het buitenland redelijk gebruikelijk.

U ziet, de speciale status van kohaniem en levieten wordt nog steeds in acht genomen.

©Dayan R. Evers 2012

Copyright © 2012 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.