Tot ons verdriet zijn we de afgelopen maanden getuigen geweest van een pijnlijke scheiding en shockerende haat binnen de Israëlische samenleving. Wat bijzonder tragisch is, is wat deze verdeling en vijandigheid veroorzaakt. Het waren criminele acties van een klein groep hooligans. Het feit dat zij in charedie-kledij rondlopen, mag ons niet bedriegen. Hun daden van verbaal geweld en andere vernederingen vormen een grove schending van de Tora-Jodendom en zijn Chiloel Hasjem - een ontheiliging van G'ds Heilige Naam.
De Gaon van Wilno heeft ons gewaarschuwd voor valse vroomheid. Als voorbeeld geeft hij de Megillat Esther. Koning Ahasverosh was de gastheer voor een groots feestmaal om de nederlaag van het Joodse volk te vieren. De reden voor dit grote feest was op dat moment de vernietiging van de Tempel en het feit dat deze nog niet herbouwd was. Tijdens het banket, maakte koning Ahasverosh gebruik van de heilige vaten uit de Heilige Tempel, die hij had gekregen van de grootvader van zijn vrouw, koning Neboecadnessar van Babylon die de Heilige Tempel had vernietigd. Tijdens het feest was hij verkleed als Hogepriester.
De Gaon van Wilno leert dat wanneer iemand van buiten in religieuze en vrome kleding verschijnt, maar niet van binnenuit zo handelt, hij net zo goddeloos is als koning Ahasverosh die de kleding van de Hogepriester droeg. Koning Ahasveros, een kwade vijand van het Joodse volk, was vermomd in het gewaard van de Hogepriester, maar hij was zeker geen Hogepriester.
"Zo ook," zegt de Gaon van Wilno, "iemand die zich presenteert met het uiterlijk van een religieus vrome Jood, maar niet volgens die waarde projecteert, veroorzaakt enorme schade aan het Jodendom." Mensen die als Charedi Joden gekleed zijn, maar de normen en het ethisch gedrag van de Halacha trotseren, zijn geen echte Charedi. Mensen, verkleed als Charedi, die mishandelen, verbaal agressief zijn of andere mensen degraderen, emotionele pijn veroorzaken door schandelijke misbruik van de Holocaust-symboliek, zijn net zo slecht als Ahasverosh in de kleding van de Hogepriester.
Ieder persoon die verbaal of emotioneel agressief uit of een ander persoon degradeert, kan geen charedi genoemd worden. De ernst van deze zonde van het openbaar vernederen wordt vergeleken met moord (Bava Metsia 58b) en de dader heeft geen aandeel in de Komende wereld.
Een van de grootste rabbijnse leiders van de twintigste eeuw, de Chofets Chaim, beklaagde in zijn vele brieven en boeken over het geschil en tweedracht [machlokes]. Hij schrijft dat machlokes samen met lasjon hara [verbaal geweld] dood en verderf binnen de Joodse gemeenschap veroorzaakt.
De Chofets Chaim citeert ook de Talmoed en die zegt dat G'd de zonde van afgoderij gemakkelijker vergeeft dan de zonde van machlokes. Het bewijs hiervan is dat G'd het Joodse volk voor de zonde van de Gouden Kalf vergaf door hen een tweede paar loechot te geven, maar Hij vergaf degene niet die bij de machlokes betrokken waren van Koreach ten aanzien van Mosje.
De Talmoed in Yoma 9b stelt dat de Eerste Tempel verwoest werd als gevolg van de drie hoofdzonden: moord, seksuele immoraliteit en afgoderij. Die ballingschap duurde slechts 70 jaar totdat de Joden weer terugkwamen en de Tweede Tempel bouwden. De Talmoed vraagt: "Waarom werd de Tweede Tempel verwoest terwijl de meeste Joden zogenaamd volgens de Tora leefden?" De Talmoed antwoord dan: "Door de zonde van haat, lasjon hara en machlokes. En deze ballingschap, in tegenstelling tot de eerste, duurt bijna 2000 jaar."
Ons levensmotto en doel moeten de woorden van Misjlei 3:17 zijn: "haar wegen zijn aangename wegen,- al haar paden zijn vrede," waar de vitale karakter van de Tora en degene die volgens de Tora leven beschreven wordt.
©Rabbi prof. E. Sprecher 2012
|