19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
Spirituele verontreiniging
Publicatiedatum: zondag 04 november 2012 Auteur: Redactie | 1.854 keer gelezen
Redactie, Leven, dood en Opstanding der doden , Synagoge, Lasjon Hara [kwaadsprekerij], Ahavat Israel [naaste liefde], [Im]moraliteit, Moessar [ethiek] »

 “Behoedt je voor de plaag van de tsara'at...” Dewariem 24:8.

In het systeem beloning en straf van de Tora bestaat er geen vuurballen die je direct neerhalen wanneer je iets verkeerds zou doen. Dit zou namelijk ten koste gaan van de bechriah, vrije wil. Wanneer G'ddelijke straffen onmiddellijk uitgevoerd zouden worden, dan is er ook geen keuze tussen goed en kwaad. Maar als iedere zonde geslagen zou worden met een eigen ziekte, dan zou zondigen vrijwel ondenkbaar zijn.

Miriam werd gestraft met tsara’at (huidziekte door spirituele onreinheid) en werd het kamp uitgestuurd om in isolatie te leven. Hierdoor moest een heel volk van 3.000.000 hoofden op haar wachten om verder te kunnen trekken. De Tora zegt dat wij ons aan Miriam moeten herinneren (Dwariem 24:9). Chofets Chaim geeft aan dat de vorm van haar lesjon hara juist heel mild was. Miriam sprak over haar broer, van wie zij erg veel hield en haar eigen leven voor op het spel zou zetten. Zij zei geen denigrerende dingen over hem. Zij maakte 'slechts' de fout om Mosje met andere profeten te vergelijken. Verder sprak ze niet over Mosje niet in het openbaar. Chofets Chaim leert dat de Tora deze situatie aanhaalt om ons te leren dat als Miriam voor zo’n ‘onschuldige vorm van lesjon hara’ al zo gestraft wordt, laat staan wanneer we het over de gewone dagelijkse vorm van lesjon hara spreken. Ondanks Miriams vele persoonlijke verdiensten werd ze toch zo zwaar gestraft!

Matsora’ is een samentrekking van motsie' ra'...degene die roddel verspreid (Arachin 15b). De Reesj Lakis leert dat het woordje matsora’ verbonden wordt aan tsara’at door de term ‘motsie sjem ra’; hij die in het geheim slecht over zijn naaste spreekt, die zal Ik neerhalen” een verwijzing is naar tsara’at.

Tsara’at is de enige zonde waarvoor je buiten het kamp moest leven. Het patroon dat duidelijk naar voren komt is dat dit de G'dddelijke vergelding is voor het verzuimen van de behoefte van je naaste en je aandeel om de pijn die jij bij andere hebt veroorzaakt, mee te voelen. G'ds berispingen op dit antisociaal gedag is door jou te isoleren uit de maatschappij, zodat jij de pijn die jij hebt aangedaan, meevoelt. Daarnaast geneest hij door middel van berouw.

Ook is tsara’at de enige gevolg waarvoor je twee vogels nodig hebt om berouw te ontvangen. Want Hasjem zegt: “Zijn zonde was er een van zondige sjmoesjes. Daarom moeten vogels (tjilpen) geofferd worden”.

Fenomenen van tsara’at:

  • Witte uitslag op de huid

  • Haaruitval

  • Verandering van kleur van de kleding

  • Verandering van kleur van de muur van het huis

Dit valt niet in de regels van de natuur. Deze wonderen gaven de situatie van lasjon hara’ aan.

De muren van je huis veranderden van kleur bij lasjon hara’. Dit was de eerste waarschuwing. Bij spijt die je bij de Kohen moest afleggen, veranderde de kleur van je muren in de normale kleur. Mocht je nog geen berouw tonen, dan werd je huis afgebroken. De huiden waarop je heb gezeten werden vervolgens verbrand. Ging je vervolgens nog door met lesjon hara’, dan veranderden de kleuren van jouw kleding. Deze dienden ook verbrand te worden. Wederom bij geen spijtbetuiging, verplaatste de ziekte van de kleding naar de huis. Hiermee werd de roddelaar tamei en werd buiten het kamp geplaatst. Door deze maatregelen werd de des betrokkene gedwongen nederig te worden.

Metsora's gebeden komen niet bij Hasjem aan. Als hij tsaraat is, zei de betrokkene: “Ik ben besmet, ik ben besmet, ik ben besmet”, waardoor mensen voor hem begonnen te dawnen. Lesjon hara' heeft effect zowel op hun leven hier als in hun spirituele leven. Lesjon hara' komt namelijk vanuit een roeach tamei – onreine geest waardoor gebeden niet verhoord worden. Dat is de reden waarom anderen moeten bidden. Als je bidt, moet dit bewust en met volle overtuiging gebeuren. Als dat niet op die manier gebeurd, hoe zou de Hemel daarop moeten reageren?
In al Zijn genade kijkt Hasjem wel om naar de tsara’atlijder en met ware spijt geneest Hij hem.

Tegenwoordig wordt lasjon hara’ uitsluitend in het hiernamaals afgerekend. Dit komt omdat een Kohen de Bejt Hamiqdasj nodig heeft om degene die aan tsara’at lijdt, te kunnen reinigen. Doordat de Bejt Hamiqdasj nog steeds niet herbouwd is, is de onreinheid van onze roddels niet meer lichamelijk zichtbaar, maar bindt het aan onze ziel. Anders zou je nu nooit meer van de aandoening genezen kunnen worden.

Waarom kon alleen Hasjem je van tsara’at bevrijden. Puur om het feit dat Hij alleen harten kan lezen. Hij weet exact wie tegen wie wat gezegd heeft. Ook weet hij wie de betrokken luisteraars waren, maar ook of er verstrekkende schade aan iemand door roddel werd toegebracht. Tot slot gaf Hasjem middels de ziekte aan de Kohen aan: ‘Dit persoon is door zijn gedrag tamei. Hij heeft berouw, start de reinigingsprocedure maar’. En daar hebben we dus een Bejt Hamiqdasj voor nodig.

Misjlei 21:23 zegt: Wie over zijn mond en tong waakt, bewaart zijn ziel voor problemen… Jalchoet Sjemonie Parsja Metsora: ondanks het feit dat tsara'at niet meer bestaat, wordt je ziel wel aangetast en zal de aantoonbaarheid daarvan in de Olam Haba merkbaar zijn. Behalve wanneer iemand voor zijn dood berouw heeft getoond.

Omdat lesjon hara' tegenwoordig geen tsara'at met zich meebrengt, kan zijn dat iemand volgens Rav Asji door lesjon hara' arm wordt. Armoede maakt iemand nederig en afhankelijk van anderen. Hij zal nooit slecht over anderen spreken, anders valt zijn financiële/materiële vangnet weg. Toch blijft de waarschuwing van de Tora dat je voor tsara'at moet oppassen vandaag de dag staan. We worden opgedragen te herinneren wat Hasjem Miriam heeft aangedaan. Volgens RaMBaM moeten wij het verhaal van Miriam blijven herhalen om te laten zien hoe zwaar Hasjem aan lesjon hara' tilt. Lesjon hara' brengt veel ongeluk, maar wordt heel eenvoudig overtreden.

Op vier punten kun je herinneren wat Hasjem Miriam heeft aangedaan:

  1. de straf moet je herhalen

  2. je moet blijven herinneren om wie het ging

  3. je moet blijven herinneren waar het gebeurde

  4. je moet blijven herinneren rond welke historische gebeurtenis dit gebeurde.

Tijdens het reinigingsritueel wordt een vogel geslacht en een vogel vrij gelaten. Net zoals een vogel niet tot leven kan komen, zo is er geen natuurlijke weg om van tsara'at te genezen. Enige weg is tesjoeva en je leven verbeteren. Ondertussen wordt toema door tsara'at gelijkwaardig aan de dood beschouwd.

Het is belangrijk te weten dat zelfs Miriam tsara'at kreeg. Zij had haar eigen leven in de waagschaal gelegd toen zij Mosje in zijn mandje in de rivier legde en bij hem in de buurt bleef. Nogmaals: zij sprak niet disrespectvol over Mosje, maar ontnam hem de status dat hij hoger staat dan andere profeten. Zij sprak niet in zijn nabijheid noch beschaamde zij hem niet. Zij sprak enkel met haar broer Aharon. Toch werd zij gestraft.

Het incident vond twee jaar na de uittocht plaats. De ernst van lasjon hara' was op dat moment nog niet geheel bij het volk bekend. In Sjmot 4:6 krijgt ook Mosje tsara'at. RaSji leert dat Mosje dit kreeg omdat hij zei: “"Ze zullen me niet geloven." Het is om deze reden, dat Hij hem geslagen met tsara'at, zoals Miriam werd geslagen voor het spreken van lesjon hara'. Daarvoor moest Mosje de slang bij de staart grijpen. Middels de slang en de tsara'at wilde Hasjem Mosje leren zoals de slang in Eden lesjon hara' sprak, zo sprak Mosje ook over Zijn volk. Omdat Mosje het direct snapte, rende hij van de slang weg, omdat hij bang was dat de straf in de eerste instantie een beet van de slang zou zijn (RaMBaN). Door aan het volk te vertellen dat Hasjem hem had getroffen met tsara'at, zou hij hun geloof versterken, omdat zij de geschiedenis kenden dat Hasjem degene straften die hen onrecht zouden aandoen, zoals para'o en Avimelech (in de links iets doorscrollen) ten tijden van Avraham en Jitschak.

Naderhand hadden met name de mergaliem de les van Miriam moeten herinneren toen zij slecht over het Heilige Land spraken. Wij moeten daarom onze les leren van zowel Miriam als van de mergaliem.

Kohelet 5:5 zegt: 'sta niet toe dat je mond jouw vlees laat zondigen, noch zul je tegen de boodschapper te moeten zeggen dat het een fout was; waarom zou G'd boos op jouw stem en het werk van jouw handen vernietigen? Kohelet Rabba 5:5 leert het volgende:

  • 'sta niet toe dat je mond jouw vlees laat zondigen, Miriam kreeg door haar lesjon hara' (mond) tsara'at (lichamelijke klacht). Bamidbar/Num. 12:10

  • noch zul je tegen de boodschapper te moeten zeggen, refereert naar Mosje, zoals er staat geschreven dat Hasjem een boodschapper stuurde en ons uit Mitsrajiem leidde (idem 20:16)

  • dat het een fout was; zoals er staat geschreven dat Aharon tegen Mosje zei: “ik smeek je mijn heer, werp geen zonde op ons, omdat wij dom zijn geweest en hebben gezondigd.” (idem 12:11)

  • waarom zou G'd boos op jouw stem en; door lesjon hara' over Mosje te spreken waardoor de toorn van Hasjem tegen hen oplaaide en Hij hen verliet (idem 12:9),

  • het werk van jouw handen vernietigen? Rabbi Jochanan leert dat Miriam met haar mond heeft gezondigd waardoor haar ledematen waren getroffen, zoals er staat geschreven dat de wolk van de Tent der Samenkomst heenging en op dat moment Miriam met tsara'at werd geslagen (idem 12:10)

Rabbi Jonchanan en Rabbi Sjimon ben Gamliël leren dat praten een munt waard is, maar zwijgen wel twee! Rabbi Sjimon ben Gamliël zei dat hij met de Groten van zijn tijd is opgegroeid en hij kwam tot de conclusie dat niets beter is dan zwijgen.

Pagina index:
Copyright © 2012 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.