Sjabbat Chazon volgens de Lubavitcher Rebbe |
|
|
De Sjabbat voorgaande op Tisja B'Av [Negende Av], heet Sjabbat Chazon. Sjabbat Chazon betekent "Sjabbat van de Visioen" waar de Haftara begint met de woorden "Chazon Jesjajahoe" oftewel "de Visioen van Jesjajahoe". Deze visie heeft betrekking tot de vernietiging van de Heilige Tempel.
De legendarische Chassidische meester Rabbi Levi Jitschak van Berditchev zei dat op deze speciale Sjabbat aan onze 'mazal', de deel van de Joodse ziel die basjamajiem [in de 'hemel'] is, de derde Heilige... |
|
|
|
|
Kohaniem en Levi'iem oververtegenwoordigd |
|
|
Kohaniem en levi’iem nemen in onze parsja een belangrijke plaats in: “En G’d sprak tot Mosjé: Laat de stam Levi naderen, plaats hem voor Aharon, de priester en zij zullen hem dienen” ( 3:6 ). De levi’iem kwamen in plaats van de bechoriem, de eerstgeborenen. Toen deze zondigden bij het gouden kalf werden ze afgekeurd als G’ds dienaren. De levieten, die geen afgoden hadden gediend, werden in hun plaats aangesteld. Kohaniem en levieten hadden... |
|
|
|
|
Kohaniem [priesters] en onreinheid |
|
|
Bij een lewaja – uitvaart – staan altijd een aantal mensen terzijde. Dit zijn meestal kohaniem, priesters, afstammelingen van Aharon, de eerste Hogepriester. Een koheen mag zich niet aan een dode verontreinigen, behalve wanneer het zijn zeven meest naaste familieleden betreft. De Tora beschouwt een overleden mens als hoogste bron van onreinheid. Een stoffelijk overschot kan toema – onreinheid overbrengen door aanraking maar ook door zich op te houden in dezelfde... |
|
|
|
|
Drie soorten melaatsheid |
|
|
De Tora kent drie soorten melaatsheid: van de huid, van kleding en van woningen. Lepra begint met een donkere huidzwelling, terwijl melaatsheid geen zwelling met zich meebracht. De aangedane gebieden werden wit van kleur. Er zijn veel argumenten waarom melaatsheid geen besmettelijke ziekte was; de Tora-bepalingen zijn te zeer in tegenspraak met de regels van de epidemiologie. Zo mocht een melaatse gewoon in de stad blijven als er geen stadsmuur was. Niet-joden werden niet... |
|
|
|
|
Geen blauwe knoop in de Tempel |
|
|
Nadaw en Awihoe, zoons van Aharon stierven. Ze gingen niet mee in de ware bedoeling van het Jodendom. G’d wilde wonen temidden van Zijn volk. De heiligheid zou afdalen naar de aarde. Nadaw en Awihoe gingen juist de tegenovergestelde richting, van beneden naar boven. Daarom trouwden zij ook niet omdat ze zich niet wilden verlagen tot een huwelijk en ook geen nesjommes op de wereld wilden laten afdalen. Dit zou daling betekenen. Zij zochten juist stijging. Zij droegen geen kleding omdat... |
|
|
|
|
Waarom mag een Koheen zich niet aan een dode verontreinigen? |
|
|
Het Jodendom: de leer van het leven Het Hebreeuwse woord koheen is afgeleid van de Hebreeuwse stam KWN, hetgeen of ‘basis’ of ‘richting geven’ betekent. Ook tegenwoordig nog worden de kohaniem gezien als degenen, die bij uitstek geschikt en voorbestemd zijn om geheel klal Jisraëel in haar fundamentele waarden te richten en te verenigen in wijding aan G’d. De antieke religies – maar ook de geloofsbeleving tegenwoordig – werden beheerst door de... |
|
|
|
|
De architecten van de Miskjan |
|
|
“Mosje zei tot de kinderen Israëls: ‘Ziet, Hasjeem heeft met name benoemd Betsalel, de zoon van Oeri, de zoon van Choer van de stam Jehoeda’ ” ( 35:30 ). Wat bedoelt de Tora met het woord ‘ziet’? Volgens Kli Jakar (18e eeuw) betekent dit: ‘let op hun namen’. Namen zijn belangrijk. Uit de naam kan `s mensens aard of levensopdracht worden afgeleid. Wanneer ouders hun kind een naam geven heet dat een kleine profetie. Ook Betsalel kreeg... |
|
|
|
|
De Tempel en de Cherubijnen |
|
|
De Tempel vormde het brandpunt van G’ds heiligheid. Hoe dichter men G’ds onzichtbare troon naderde des te strenger werden eisen van reinheid en heiliging. Met name voor de Koheen gadol, de Hogepriester, golden hoge eisen van morele en rituele zuiverheid. Vanuit onze profane, alledaagse, onreine menselijke sfeer kunnen wij niet zomaar G’d benaderen. Hoe dichter men de binnenste cirkel van heiligheid nadert, hoe meer men zich hierop moet voorbereiden. De opstelling van het... |
|
|
|
|
De eerste en tweede opdrachtenreeks voor de bouw van het Tabernakel |
|
|
G’d stelde Betsalel en Oholiav als de hoofdopzichters voor de bouw van het Misjkan (de Tabernakel in de woestijn) aan. Ze waren vervuld van G’ddelijke inspiratie. Het volk bracht vrijwillige gaven. Maar het werd op een bepaald moment te veel. Mosjé gaf opdracht om de donaties te stoppen. De eerste en tweede opdrachtenreeks voor de bouw van het Tabernakel worden onderbroken door een tragische gebeurtenis, de zonde van het gouden kalf. Maar waarom worden alle details... |
|
|
|
|
Iedereen kent zijn kwartiertje roem |
|
|
Betsaleel, de architect van het Misjkan, de Tabernakel, komt alleen bij de Tabernakelbouw voor. Verderop in de Tora horen we niets meer over Betsaleel?! ”Bouw Mij een Misjkan”. Wie moest dit bouwen? Een jongen van 13. Iedereen kende zijn familie. Zijn grootvader was Choer, de zoon van Kalev, die gedood werd toen hij het volk wou tegenhouden bij het gouden kalf. Zijn oma Mirjam, de vrouw van Choer, was de zuster van Mosje, een profetes die geholpen had het volk te bevrijden. Maar... |
|
|
|
|
|
|