28 november 1939:
6000 joden van Suwalki werden weggevoerd naar Biala Podlaska, Lukow, Miedzyrzec Podlaski en Kock. Suwalki werden een “judenfreie” stad.

28 november 1940:
Alle joden in openbare ambten werden in NL ontslagen. Protestbroef van de protestantse kerken baatten niet.

28 november 1941:
999 joden werden van Wenen naar Minsk getransporteerd.

28 november 1942:
2500 joden van Mosciska werden gedeporteerd naar Belzec waar zij bij aankomst onmiddellijk werden vermoord.

28 november 1943:
420 inwoners van het getto van Daugavpils werden weggevoerd naar Riga.

28 november 1944:
Tijdens een “Aktion” drongen Hongaarse fascisten in Boedapest een gebouw binnen waar joden woonden. Verscheidene honderden joden werden naar buiten gespeeld en vermoord. De overigen werden in het getto van de stad ondergebracht.

De woorden van David tonen duidelijk aan dat rechtvaardige niet-Joden de zaligheid zullen beërven. Hij zegt: De goddelozen keren om naar het dodenrijk, al de volken die G'd vergeten. (Tehilliem/Psalmen 9:17) D.w.z. degene van de naties die G'd vergeten, maar niet degene die G'd aanbidden.