De Haftara begint met Jeremiahoe's profetie dat de Koning van Babylon Nevuchadnezzar en zijn leger Egypte zal vernietigen. Egypte wordt gewaarschuwd dat het zich op een oorlog moet voorbereiden. Slechts één ding kon hen redden: dat was als de Egyptenaren tsjoewa zouden doen (tot inkeer zouden komen en berouw zouden tonen). Jeremiahoe voorspelt vervolgens dat Egypte zal worden verslagen en verbannen, hoe Nevuchadnezzar zal komen en Egypte zal binnenvallen en tenslotte Egypte zal vernietigen. Heel Egypte zal in ballingschap gezonden worden, dus... laat ieder zich reisvaardig maken, ook de edellieden. Er wordt verklaard waarom Hasjem Egypte wil straffen. Dat is wegens de hardheid waarmee Egypte de Joden al die jaren onderdrukt heeft. Het is tijd dat zij terugbetaald worden. Maat voor maat. Na de Egyptische ballingschap zullen zij terugkeren naar hun land. De Haftara eindigt met een aanmoediging van Hasjem dat als het de Egyptenaren zal worden toegestaan om terug te keren naar hun land, de Joden zeker zullen mogen terugkeren uit de Babylonische ballingschap naar hun thuisland, Erets Jisraël.
Het verband tussen de Haftara en de Parasja: In de Parasja wordt Egypte gestraft voor de misdaden die het tegen de Joden begaan heeft. Eén van de straffen is de plaag van de sprinkhanen. Deze Haftara werd gekozen wegens een referentie aan de sprinkhanen. Een ander verband is dat tegen het einde van de parasja de Bnei Jisraël op weg gaan naar hun vrijheid, naar het Land Israël. Zo ook eindigt de Haftara met Israëls bevrijding uit de Babylonische ballingschap.
Bron: Joods Leven |