11 Kislew 5785 | 11 december 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Waëtchanan / Inzicht Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Dewariem/ Deuteronomium 3:23–7:11 | door: Jacob Salomon
‘Toen gebood Hasjem ons al deze instellingen na te komen ... voor ons eigen bestwil ... En het zal voor ons tsedaka - tot deugd zijn wanneer wij dit hele gebod in acht nemen, vóór Hasjem onze G-d, zoals Hij ons heeft geboden.' (Dewariem 6:24-25)

Dit hele gebod, dat wil zeggen al deze instellingen, alle geboden van de Tora, alle 613 mitswot. Deze passage lijkt te betekenen dat de verdienste van het houden van mitswot alleen telt wanneer men zich aan alle mitswot, tot de allerlaatste toe, houdt.

Dit lijkt de tekst van diverse mitswot tegen te spre­ken, waarvan gezegd wordt dat wanneer men zich daaraan houdt, men G-ddelijke beloning verkrijgt. Bijvoorbeeld, de Tora zegt ons ouders met eerbied te bejegenen, opdat je dagen verlengd worden en het je goed zal gaan op de aarde (Dewariem 5:16). Er staat daar niet bij vermeld dat men, om die belo­ning in ontvangst te kunnen nemen, eerst alle overige mitswot moet doen.

In een poging dit probleem op te lossen, vat Ibn Ezra het woord tsedaka in bovengenoemde passage als volgt op:

„Het lijkt mij dat dit betekent, dat alle volken zullen zien dat wij rechtvaardig [tsedaka] zijn in het uitvoe­ren van Zijn voorschriften en gebo­den, dat zij [die wetten] inderdaad rechtvaardig zijn."

Met andere woorden, de uitvoering van mitswot zal een bron zijn van rechtvaardigheid in die betekenis dat de volkeren van de wereld, die ons gedrag gade­slaan, ons als goede mensen zullen beschouwen. In dezelfde geest vertelde Mosjé de Israëlieten eerder reeds: ‘Jullie zult ze [de mitswot] in achtnemen en volbrengen, want dit is jullie wijsheid en verstand ... en zij zullen zeggen: „Dit grote volk kan alleen een wijs en verstandig volk zijn." ... En welk groot volk is dit, dat rechtvaardige instellingen en rechten heeft, zoals deze gehele Tora, die ik heden jullie voorzet?' (Dew. 4:6-8)

Dus door de beide bovengenoemde passages te com­bi­neren, gaf Mosjé de Israëlieten een sterke bood­schap betreffende hun relatie tot andere culturen en volken, namelijk, kort gezegd: „Houdt je volledig aan de Tora en dan zullen zij je respecteren en naar je opkijken als naar een geleerde samenleving met een moraal."

Want de wijze van leven van Tora is de enige die „ware vibraties" bij andere volken inblaast, wanneer de Joden serieus hun best doen daar naar te leven. Een persoon, of een gemeenschap, kan vriendelijk, behulpzaam, liefdadig zijn en van hoge integriteit, maar hoe verdienstelijk deze eigenschappen ook zijn, zij zijn op zichzelf nog geen Tora. En andere mensen of een groep van mensen houdt zich nauw­keurig aan de voorschriften van Sjabbat, kasjroet en seksuele bescheidenheid tot in de laatste detail van de Sjoelchan Aroech, maar (bevat leden) die min­achting tonen voor diegenen die niet tot hun speci­fieke godsdienstige of politieke kring behoren en mijden die. Daarmee doen zij geweld aan het voor­schrift om je naaste lief te hebben als jezelf (Wajji­kra/Lev. 19:18). Voorts zijn er mitswot die van buiten gezien vreemd of zelfs gek lijken, maar wanneer ze in acht genomen wor­den binnen het totale raamwerk van de hele Tora dan verkrijgen zij schoonheid. Zo lijken talrijke voorschriften voor Sjabbat misschien primitief of zelfs grenzend aan bijgeloof. Maar zij krijgen een nieuwe betekenis voor de intelligente buitenstaander die waarneemt hoe men in werke­lijkheid Sjabbat houdt en dan krijgt het zijn ware diepe spirituele kwaliteit. Hieronder valt ook de unieke sfeer van KabbalatSjabbat, de kiddoesj en de feestelijke maaltijden, die zich concentreren op de familie, de gasten, de zemirot - sjabbat-liederen - en diwrei Tora - Tora-toespraken, dingen die allen bij elkaar op iedere recht­denkende niet-jood een positieve indruk maken. Met andere woorden, het zich houden aan Tora straalt alleen de Tora ver en wijd uit, in al zijn oneindige schoonheid, wanneer men zich die tot in de laatste detail opneemt.

En inderdaad, gedurende de eerste jaren van de re­gering van Koning Salomo, toen de Israëlieten  zich perfect aan de Tora hielden, werden zij overal ge­respecteerd. Dit komt goed tot uitdrukking in het ver­haal van Koning Salomo en de Koningin van Sjeba. Nadat zij met Koning Salomo gesproken had en zijn diepe G-dgegeven wijsheid had leren ken­nen, riep zij uit:

Hoe gelukkig zijn jullie! Hoe gelukkig zijn jullie dienstknechten! Gelukkig zijn zij die regelmatig voor u mogen staan en uw wijsheid mogen aanho­ren. Moge de Eeuwige uw G-d gezegend zijn dat hij u heeft uitverkoren en op de troon van Israël heeft gezet ... en van u een koning heeft gemaakt die in rechtvaardigheid recht­spreekt (I Koningen 10:9-10).

Daar tegenover hebben rampen en later antisemitis­me de Joden getroffen toen de inachtneming van Tora op grote schaal verzwakte. De verwoesting van de eerste Tempel wordt geassocieerd met bloedver­gieten en afgoderij; die van de tweede Tempel met wijd verspreide zinloze haat. Vele geschriften van Joden uit de tijd van de Kruistochten getuigen ervan dat zij hun lot toeschreven aan de vele Tora-overtre­dingen. En de eeuw die leidde tot Nazi-Europa zag een nog nimmer getoonde toename van assimilatie. In de meeste gevallen was het niet een volkomen ontkennen van Tora-waarden, maar een wijd ver­sprei­de nalatigheid van diverse aspecten.

Twee jaar geleden was het de volgende gebeurtenis die het belang van totaliteit naar voren bracht.

Als schooljongen in de zestiger jaren, was ik geïn­teresseerd in astronomie. Ik herinner mij nog goed hoe ik stond te trillen bij de gedachte om op te mo­gen blijven om een totale maansverduistering te mogen zien. Maar ik ontdekte ook dat de veel zeld­zamer voorkomende maar veel spectaculairdere totale zonsverduistering pas 15 augustus 1999 in Engeland te zien zou zijn. Gedurende al die jaren keek ik naar deze gebeurtenis uit. Intussen was ik naar Israël geëmigreerd, maar door een toeval was ik op die datum in Oxford voor totaal andere redenen. Daar zou de zon slechts voor 96% ver­duisterd worden. Voor een totale verduistering zou ik nog een 300 km. moeten reizen naar de zuid­kust van Engeland. Ik besloot daar niet naar toe te gaan maar het verschijnsel, waar ik zovele jaren naar had uitgekeken, ter plaatse waar te nemen, samen met al de andere mensen.
De lucht was helder, het was warm. Met behulp van speciale donkere glazen zag ik hoe de zon verander­de in een dun schijfje van 4% van zijn normale om­vang. Maar hij was nog steeds helder, en onmisken­baar de zon. Zeker, het werd iets donkerder en iets koeler, maar een dergelijke verandering komt wel vaker voor wanneer er een wolk voor de zon komt....

De les: 96% is geen 100%. En datgene waar ik een­derde eeuw op gewacht had, was slechts waarneem­baar bij een 100% verduistering.

En zo is het ook met de inachtneming van Tora. Wie zichzelf verplicht 96% van Tora in acht te nemen, houdt niet echt Tora in acht. Het heeft een zeker effect, natuurlijk. Het kan het effect hebben dat het onze „dagen verlengt". Maar het is niet de totale inachtnemeing van Tora. Het is alleen de tota­le som en niets anders, die bij de volken van de we­reld ge­voelens opwekt van ontzag voor de Tora-natie, als de leiders van een G-ddelijke geleide wijs­heid en moraal.

Dit illustreert het vers (Dew. 4:2): „Je zult niets toe­voegen, noch weglaten van het woord dat Ik je ge­bo­­den heb." Wanneer men slechts één mitswa ver­wijderd van de gehele Tora-inachtneming, dan wordt het totale beeld van Tora veranderd in iets dat faalt in het geven van die G‑ddelijk geinspireerde uitstraling naar de volken...

Bron: Joods Leven
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.