Deze week wordt de Haftara van Parasjat Nitsaviem gelezen. Het is de climax van een serie van zeven weken van overpeinzingen over de Joodse verlossing. In deze laatste presentatie kondigt Hasjem de terugkeer van het Joodse volk aan. Nu dat aan alle overige voorwaarden van de verlossing is voldaan, is de tijd eindelijk aangebroken voor Hasjem om Zijn G-ddelijke Majesteit weer te laten wonen tussen Zijn volk. Erets Jisraël leeft weer, Jeroesjalajiem is herbouwd, de verbannenen zijn massaal teruggekeerd, maar het uiteindelijk doel moet nog getoond worden.
In antwoord hierop citeert de Profeet Jesjaja hoe het Joodse volk zegt: „Ik zal blij gemaakt worden door Hasjem, mijn ziel zal zich verheugen over mijn G-d" (61:1). Chazal in Jalkoet Sjim'oni (505) zien het Joodse antwoord speciaal verbonden met de terugkeer van Hasjem naar Jeroesjalajiem. Het Joodse volk reageert op al de schitterende profetieën over hun glorieuze toekomst en proclameren dat hun ware bron van geluk alleen de terugkeer van Hasjem naar Zijn geliefde volk is. Zij hebben zo lang uitgezien naar het voorrecht om de aanwezigheid van Hasjem en Zijn liefde voor Zijn volk van nabij in hun midden te voelen. Hasjem belooft om Zich volledig met Zijn volk te identificeren. Zijn relatie met hen zal zó allesomvattend en evident zijn, dat het Joodse volk een nieuwe identiteit zal krijgen. Maar het volk is bezorgd dat de lang verwachte terugkomst van Hasjem niet het ware geluk zal brengen dat zij zoeken, maar dat dezelfde toestand zal ontstaan als voorheen.
De Profeet antwoordt: „Hasjem zal zich over jullie verheugen als een bruidegom met zijn bruid" (62:5). De Radak verklaart dat de terugkeer van Hasjem niet de terugkeer is van een gescheiden man naar zijn vroegere echtgenote, maar fris en nieuw zal zijn als een bruidegom voor zijn bruid.
Bron: Joods Leven |