Hasjem instrueert de Kohaniemom de uiterste voorzichtigheid in acht te nemen wanneer zij het Misjkanbinnengaan. Op Jom Kippoer moet de Kohen Ğadolhet Allerheiligste van het Misjkan binnengaan, nadat hij daarvoor speciale voorzorgsmaatregelen getroffen heeft en speciale kleren heeft aangetrokken. Hij brengt een uniek offer voor Jom Kippoer, waaronder twee identieke geiten die worden aangewezen door het lot. Eén is „voor Hasjem" en wordt geofferd in de Tempel, terwijl de andere „voor Azazel" in de woestijn is.
De Tora vermeldt de individuele verplichtingen op Jom Kippoer: Op de 10de van de zevende maand moet men zichzelf kwellen. Wij eten en drinken dan niet, gebruiken geen zalven en reukwerk, dragen geen leren schoeisel, wassen ons niet en hebben geen huwelijksgemeenschap. Te allen tijde is de consumptie van bloed verboden. Het bloed van een geslachte vogel en wilde dieren moet bedekt worden.
De mensen worden gewaarschuwd zich niet bezig te houden met de slechte praktijken die in Egypte gebruikelijk waren. Incest wordt gedefinieerd en verboden. Huwelijksomgang is verboden tijdens de maandelijkse ongesteldheid van een vrouw. Homosexualiteit, bestialiteit en kinderoffers zijn verboden.
Bron: Joods Leven |