Mosjé Rabbeinoe spoort Bnei Jisraël aan Sjabbat te houden en vraagt donaties voor het materiaal voor de bouw van het Misjkan(Tent der samenkomst). Hij verzamelt goud, zilver, edelstenen, dierenhuiden en garen, zowel als kruiden en olijfolie voor de menora en voor zalving. De vorsten van elk van de twaalf stammen brengen de edelstenen voor de borstplaat en efod van de Kohen Ĝadol. Hasjem wijst Betsalel en Oholiav aan als meester-vaklieden voor de bouw van het Misjkan en het bijbehorende vaatwerk. Bnei Jisraël geven zoveel dat Mosjé op zeker moment de giften moet weigeren.
Speciale gordijnen met twee verschillende bedekkingen worden ontworpen om dienst te doen als materiaal voor het dak en de ingang van het Misjkan. Met goud bedekte panelen op zilveren voetstukken worden met elkaar verbonden en vormen de muren van het Misjkan. Betsalel maakt de aron hakodesj (de heilige ark), waarin de Tabletten met de Tien Geboden bewaard worden, van hout, van binnen en van buiten overdekt met goud. Op de deksel van de ark bevinden zich twee kleine figuurtjes, die met hun gezichten naar elkaar toegekeerd staan, en die met hun vleugels de ark bedekken. De menora - zevenarmige kandelaar - en de sjoelchan - de tafel met de toonbroden, worden ook van goud gemaakt. Twee altaars worden er gemaakt: een klein kruidenaltaar van hout, overtrokken met goud, en een groter altaar voor de offers, gemaakt van hout en overtrokken met koper.
Het boek Sjemot sluit af met deze parasja. Nadat al de verschillende onderdelen die in het Misjkan - de Woning van Hasjem - gebruikt worden, zoals het vaatwerk, de kleren enz., gereed zijn, geeft Mosjé een complete afrekening en telling van alle bijdragen en van de diverse kleren en voorwerpen die vervaardigd zijn.
De Bnei Jisraël brengen alles naar Mosjé. Hij inspecteert alles en constateert dat alles is gemaakt overeenkomstig Hasjems opdracht. Mosjé zegent het volk. Hasjem spreekt tot Mosjé en zegt hem dat het Misjkanop de eerste dag van de eerste maand, dat is de maand Nissan, moet worden opgezet. Hij vertelt Mosjé ook de volgorde waarin hij het Misjkan en zijn voorwerpen moet opzetten.
Mosjé doet alles op de voorgeschreven manier. Wanneer het Misjkan eindelijk klaar is met ieder voorwerp op zijn plaats, daalt er een wolk op neer, hetgeen aanduidt dat de Heerlijkheid van Hasjem daar is komen wonen. Wanneer de wolk van boven het Misjkan wegtrekt, dan volgen de Israëlieten de wolk op al hun tochten. En als de wolk niet optrekt, dan trekken ook zij niet op. Want overdag was de wolk van Hasjem boven de Woning en 's nachts was daar een vuurzuil.
Bron: Joods Leven |