7 november 1939: Westen van Polen werd door Duitsland bezet. 2000 joden van dat gebied werden weggevoerd naar “Generalgouverment”. 7 november 1941: 3000 joden van Kalvarije werden door de SS buiten de stad doodgeschoten. 20000 joden werden tijdens een “Aktion” in Bobroesjk door de SS vermoord. 12000 joden van het getto van Minsk werden weggevoerd naar Toetsjinka en daar door de SS vermoord. 8000 joden (merendeels vrouwen en kinderen) van het getto van Daugavpils werden in de omgeving van Poguljanka door de SS en Litouwse vrijwilligers doodgeschoten. 7 november 1942: 1300 inwoners van het getto van Jaworo werden naar Belzec gevoerd, 200 joden werden te plekke doodgeschoten, 200 vluchtten de bossen in en vormden er partizanengroepen. Tijdens gevechten komen allen om het leven. 3700 van de 4000 inwoners van het getto Konskie en 6000 van het getto van Staszow werden weggevoerd naar vernietingingskamp Treblinka. Zo ook 1500 inwoners van het getto van Miedzyrzec Podlaski en 3000 van Lukow. |