1 september 1739: Levende verbranding van 4 mannen en 8 vrouwen tijdens een auto-da-fe in Lissabon waar 47 afstammelingen van bekeerde joden terecht stonden op verdenking van het praktiseren van het jodendom. 35 anderen werden veroordeeld tot levenslange opsluiting. 1 september 1939: Gehele joodse bevolking van Wolbrom (PL) werden te voet weggestuurd naar Zawierce. Tijdens deze driedaagse tocht werden deze 5000 joden geslagen en gemarteld. 1 september 1941: Alle joden in het “Deutsche Reich” moesten een ‘jodenster’ dragen. 1 september 1942: 5000 joden van het getto van Wloszczowa werden direct vermoord toen zij in het vernietigingskamp Treblinka werden aankamen. 1000 joden werden getransporteerd van Theresienstadt naar Raasika (Estland). 195 van hen werden geselecteerd voor de concentratiekamp Jagala. De mannen werden daar vermoord en de vrouwen werden in de wapenindustrie te werk gesteld. De overige 805 joden werden van Jagala weggevoerd naar Kalevi-Liva om door de SS vermoord te worden en in massagraven te worden gedumpt. 3500 joodse inwoners van Uscilug werden door de SS en Oekraïense politie vermoord. 800 joden van Mikolasow, honderden van Zbaraz en 3000 van Stryj werden naar vernietigingskamp Belzec vervoerd en bij aankomst vermoord. 1700 joden van Poryck werden door de SS vermoord. Zevende transport van joden vanuit Mechelen naar Auschwitz. Het waren 1000 joden w.o.o 355 kinderen. Slechts 15 zouden de bevrijding meemaken. 1 september 1943: 8000 joden van het getto van Wilno werden weggevoerd naar werkkampen. |