12 april 1463: Na de verovering van Constantinopel door de Turken in 1453, werden er plannen gemaakt voor een kruistocht ter bevrijding van de stad. Kruisvaders, bedelaars, monniken, boeren en avonturiers vertrokken eindelijk op de bovengenoemde datum. Zij hadden zich in Polen verzameld en rukten nu op naar de toenmalige Poolse hoofdstad Krakow waar zij de joodse bevolking molesteerden. 30 joden werden vermoord en verscheidene raakten gewond. Alleen zij die de wijk hadden genomen naar het kasteel van de bisschop van Krakow, Jan Gruszyncki, bleven ongedeerd. 12 april 1941: Duitse troepen vielen Belgrado binnen. De eerste maatregel tegen de joden bestond uit confiscatie van joodse eigendommen. Joden werden uit hun huizen en winkels gejaagd en de Asjkenatische synagoge werd omgetoverd tot een bordeel. De andere synagoge werd als opslagplaats gebruikt. 12 april 1942: De eerste deportatie van joden uit Krasnik (PL). 2000 van hen werden weggevoerd naar het vernietigingskamp Belzec en kwamen daar om het leven. 12 april 1943: 2000 nog in levenzijnde joden van Brzezany werden ter plaatsen door de nazi’s doodgeschoten. Dat was bijna de helft van de gehele joodse gemeenschap. |