Aan het einde van de parsja Naso lezen wij over de offers van de vorsten, de Nesi’iem . De parsja Beha’alotecha opent vervolgens met de Menora, de gouden luchter, die in het Heilige stond. Rasji (1040-1105) brengt een Midrasj, waarin gevraagd wordt waarom de afdeling over de Menora volgt op de offers van de vorsten? Aharon voelde zich minderwaardig Het antwoord luidt, dat Aharon de Hogepriester zich minderwaardig voelde tegenover de nesi’iem, omdat zij offers... |