Bamidbar |
Bamidbar/ Numeri 1:1–4:20 |
Het boek Bamidbar - „In de woestijn" - begint met Hashem die Mosjé opdraagt een volkstelling te houden onder al de mannen boven de leeftijd van twintig jaar- oud genoeg om dienst te doen.
De telling levert iets meer dan 600.000 op. De Levieten worden later apart geteld, omdat hun dienst uniek is. Zij zullen verantwoordelijk zijn voor het transport van het Misjkan en alles... |
|
|
|
Naso |
Bamidbar/ Numeri 4:21–7:89 |
De Tora wijst alle werkzaamheden die aan het Misjkan gedaan moeten worden, toe aan de zonen van Gersjon, Kehat en Merari, van de stam Levi. Een volkstelling onthult dat er 8.000 mannen geschikt zijn voor dat werk. Allen die ritueel onrein zijn, worden het kamp uit gestuurd. Wanneer iemand bekent dat hij onrechtmatig het eigendom van zijn naaste heeft afgenomen, nadat hij voor het beit din... |
|
|
|
Beha'alotecha |
Bamidbar/ Numeri 8:1–12:16 |
Aharon wordt geleerd hoe hij de menorah moet aansteken. Mosjé heiligt de Levi'iem om hun werk te doen in het Misjkan. Zij vervangen de eerstgeborenen, die ongeschikt geworden waren tengevolge van de zonde met het gouden kalf . De Levi'iem worden opgedragen dat zij na vijf jaar training in het Misjkan moeten werken, van hun 30 ste tot hun 50 ste jaar; daarna mogen zij zich met... |
|
|
|
Sjelach |
Bamidbar/ Numeri 13:1–15:41 |
Op aandringen van de Israëlieten, en met instemming van Hasjem, zendt Mosjé twaalf verkenners uit, één van iedere stam, om Kena'an te onderzoeken. Daar hij moeilijkheden verwacht, verandert Mosjé de naam van Hosje'a in Jehosjoe'a, waarbij hij uitdrukking geeft aan een gebed dat Hasjem hem deze missie niet zal laten mislukken. Zij komen 40 dagen later... |
|
|
|
Korach |
Bamidbar/ Numeri 16:1–18:32 |
Korach, Datan en Aviram, en 250 van de leiders van Israël rebelleren tegen de authoriteit van Mosjé en Aharon. De rebellie heeft als resultaat dat zij door de aarde worden verzwolgen. Velen van het volk zijn kwaad over de dood van Korach en diens volgelingen, en zij houden daar Mosjé voor verantwoordelijk. De „boosheid" van Hasjem is manifest in een plaag die het volk... |
|
|
|
Choekat |
Bamidbar/ Numeri 19:1–22:1 |
De wetten van de para adoema - de rode ko e - worden beschreven. Deze wetten van rituele reiniging zijn van toepassing wanneer iemand in aanraking komt met een dode. Na bijna 40 jaar in de woestijn, sterft Miriam en wordt begraven in Kadesj. De mensen klagen dat zij het water zijn kwijt geraakt, dat zij tot nu toe op wonderbaarlijke wijze kregen dankzij de verdiensten van Miriams... |
|
|
|
Balak |
Bamidbar/ Numeri 22:2–25:9 |
Balak, de koning van Moav , is dodelijk bevreesd voor de Israëlieten. Hij geeft Bil'am , een bekende tovenaar, opdracht hen te vervloeken. Aanvankelijk verschijnt Hasjem aan Bil'am en verbiedt hem te gaan. Maar omdat Bil'amzo blijft aandringen, verschijnt Hasjem hem nog een tweede keer en verleent hem toestemming om te gaan. Onderweg blokkeert een malach (een engel, een... |
|
|
|
Pinchas |
Bamidbar/ Numeri 25:10–30:1 |
De dochters van Tslofchad Hasjem zegt tegen Mosjé dat hij Pinchas moet vertellen, dat Pinchas Hasjem's „vredesverbond" zal krijgen, als beloning voor zijn dapper optreden - de executie van Zimri en de Midjanitische princes Kozbi. Hasjem beveelt Mosjé dat het volk zich vijandig moet blijven gedragen ten opzichte van de Midjanieten omdat zij het Joodse volk tot zonden... |
|
|
|
Mattot |
Bamidbar/ Numeri 30:2–32:42 |
Vrouwen van Midjan Mosjé leert de regels en beperkingen die gelden voor een eed en voor geloften - met name ook de rol die een echtgenoot en vader speelt bij het instant houden of annuleren van een gelofte. Bnei Jisraël voert oorlog tegen Midjan. Zij doden de vijf Midjanietische koningen, al de mannen, en Bil'am. Mosjé is verontwaardigd dat er vrouwen... |
|
|
|
Masej |
Bamidbar/ Numeri 33:1–36:13 |
De Tora noemt alle 42 plaatsen op waar de Bnei Jisraël hun kampement hebben opgeslagen gedurende hun 40 jarige rondzwerving sedert de Uittocht tot de oversteek van de rivier de Jordaan naar Erets Jisraël. Hasjem beveelt de Israëlieten de Kana'anieten uit Erets Jisraël te verdrijven en al hun monumenten van afgoderij te vernietigen. De Israëlieten... |
|
|
|