De dochters van Tslofchad
Hasjem zegt tegen Mosjé dat hij Pinchas moet vertellen, dat Pinchas Hasjem's „vredesverbond" zal krijgen, als beloning voor zijn dapper optreden - de executie van Zimri en de Midjanitische princes Kozbi. Hasjem beveelt Mosjé dat het volk zich vijandig moet blijven gedragen ten opzichte van de Midjanieten omdat zij het Joodse volk tot zonden verleid hebben. Mosjé en Elazar worden opgedragen het Joodse volk te tellen.
De Tora noemt de namen op van de families van iedere stam. Het totale aantal mannen dat geschikt is om dienst te doen in het leger is 601.730. Hasjem instrueert Mosjé hoe het Land Israel verdeeld moet worden onder de Israëlieten. Het aantal families van de Levieten wordt geregistreerd.
De dochters van Tslofchad dienen bij Mosjé een eis in op een aandeel in de grond van hun overleden vader, bij afwezigheid van een broer. Mosjé vraagt Hasjem hoe de regeling in dit geval is, en Hasjem vertelt Mosjé dat de eis van de dochters juist is. De Tora onderricht de wetten en prioriteiten die de volgorde bij erving bepalen. Hasjem zegt Mosjé een berg te beklimmen en uit te zien over het Land, dat het Joodse Volk spoedig zal binnengaan, hoewel Mosjé zelf het niet zal betreden.
Mosjé vraagt Hasjem de volgende leider van het volk aan te wijzen, en Hasjem kiest Jehosjoe'a bin Nun. Mosjé stelt vervolgens Jehosjoe'a als zijn opvolger aan in de aanwezigheid van heel het volk. De Parasja eindigt met speciale leringen betreffende de dienst in het Beit HaMikdasj.
Bron: Joods Leven |