Vrouwen van Midjan
Mosjé leert de regels en beperkingen die gelden voor een eed en voor geloften - met name ook de rol die een echtgenoot en vader speelt bij het instant houden of annuleren van een gelofte. Bnei Jisraël voert oorlog tegen Midjan. Zij doden de vijf Midjanietische koningen, al de mannen, en Bil'am.
Mosjé is verontwaardigd dat er vrouwen zijn gevangen genomen, want zij waren juist de aanleiding voor het immorele gedrag van het Joodse Volk. Hij vermaant de officieren. De oorlogsbuit wordt geteld en verdeeld. De bevelvoerende officieren rapporteren aan Mosjé dat er niet één slachtoffer onder Israël was. Zij brengen een offer, dat door Mosjé en Elazar wordt aangenomen en in de Ohel Mo'ed (de Tent der Samenkomst) geplaatst.
De stammen van Gad en Re'oeween, die grote kudden vee bezitten, verzoeken Mosjé te mogen achterblijven op de oostelijke Jordaan-oever, zodat zij het Land Israël niet binnen hoeven te gaan. Zij leggen uit dat het land ten oosten van de Jordaan bij uitstek geschikt is als grasland voor hun kudden. Mosjé's aanvankelijke reactie hierop is dat het de rest van de Israëlieten zal ontmoedigen, en dat het lijkt op de zonden van de spionnen. Zij verzekeren Mosjé dat zij eerst zullen helpen Israël te veroveren, en pas daarna zullen zij terug gaan naar hun huizen op de oostelijke Jordaan-oever. Mosjé staat het verzoek toe, op voorwaarde dat zij zich aan hun afspraak houden.
Bron: Joods Leven |