20 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Sjoftiem / Overzicht Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Dewariem/ Deuteronomium 16:18–21:9 | door: Ohr Somayach
Mosje vertelt de Israëlieten dat het rechters en ambtenaren moet aanstellen in hun steden. Zelfs een kleine omkoopsom is ver­boden. Er mogen geen bomen geplant worden naast het altaar van Hasjem, zoals de gewoonte was van de afgodendienaren. Onvol­ko­menheden aan dieren die bestemd zijn voor de offerdienst en andere diskwalificaties worden opgesomd. 

Het Groot Sanhedrin zal bindende voorschriften maken voor nieuwe situaties op basis van Tora-criteria, ter voorkoming van het uiteenvallen van Tora. Een groot geleer­de die weigert de halachische beslissingen van het Sanhedrin te accepteren, is de doodstraf schuldig. Een Joodse koning mag alleen bezittingen en symbolen van zijn macht hebben in overeenstemming met de eer van zijn ambt, maar niet voor zelfverheerlijking. Hij moet zelf twee Tora-rollen schrijven, waarvan hij er één altijd bij zich moet dragen, waar hij ook gaat, opdat hij niet hooghartig wordt. Noch Kohaniem, noch Levie­ten zullen grond erven in het Land Israël, maar zij zullen onderhouden worden door de gemeenschap door middel van een systeem van tien­den. Iedere vorm van waarzeggerij of tovenarij is verboden. Hasjem belooft het Joodse volk dat Hij hen profeten zal zenden die hen zullen leiden en Mosjé legt uit hoe een echte profeet te onderscheiden is van een valse.

Vluchtsteden moeten er komen, waarheen iemand die per ongeluk een ander gedood heeft, naar toe kan vluchten, om te ont­snap­pen aan de bloedwraak van de familie. Maar wie uit kwaadda­dig­heid iemand dood, wordt overgeleverd aan de wreker. Mosjé waar­schuwt de Israëlieten om geen landpalen te verplaatsen om zich zo een groter stuk land toe te eigenen. Twee getuigen die samen­spannen tegen een derde partij, worden gestraft met dezelfde straf als die zij de onschuldige hadden toege­dacht. Wanneer Israël ten oorlog trekt, zal een speciale priester worden aangesteld om het vertrouwen van Hasjem te krijgen. Ieder die een nieuw huis gebouwd heeft, maar daar nog nooit in gewoond heeft, en ook bangerikken en lafhartigen zijn vrijgesteld om mee uit te trekken in de oorlog.
Een vijand moet de ge­legen­heid geboden worden om vrede te sluiten, maar wanneer hij dat weigert, dan moeten alle mannen gedood worden. Vruchtenbomen moeten gespaard worden en mogen tijdens de strijd niet gekapt wor­den. Wanneer een lijk gevonden wordt in het veld tussen twee steden, dan moeten de bestuurders van de dichtstbijzijnde stad een kalf slach­ten en daarboven hun handen wassen en daarbij verklaren dat zij niet schuldig zijn aan zijn dood.

Bron: Het Joodse Leven
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.