18 Niesan 5784 | 26 april 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Sjemot / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Sjemot/ Exodus 1:1 - 6:1 | door: Devorah
Mosje vermoordt een Egyptenaar
In deze Parasja lezen wij dat Mosje een Egyptenaar doodt.
vs. 12 Kie ‘ejn ‘iesj… niemand was er…… Profetische gezien zag Mosje bij de Egyptenaar dat hij geen geriem zou voortbrengen. Had hij in de toekomst wel gezien dat hij een ger zou voortbrengen, dan zou hij voor andere maatregelen gekozen hebben. Mosjes zorg voor de toekomstige genearties van Israël leert ons dat wij iedere handeling goed moeten overwegen, omdat dit gevolgen op onze nageslacht kan hebben.
Rasji leert ons dat Mosje hem door Hasjems Naam te reciteren doodde. Hasjems Naam zal geen dood bij onschuldige mensen veroorzaken. Waaraan heeft de Egyptenaar zich schuldig aan gemaakt? Deze Egyptenaar - zo leer Rasji ons – was aandrijver over de ambtslieden van Israël. Met het kraaien van de haan werden de ambtslieden te werk gesteld. De echtgenoot van Shelomieth, de dochter van Dibrie, geselde hij. Ondertussen had hij een oogje op Shelomieth en liet hem ’s nachts opstaan, voerde hem uit zijn huis. Ondertussen nam de aandrijver Shelomieth. Zij dacht ondertussen dat zij met haar eigen man sliep. Toen de man terugkeerde naar huis en hier achter kwam, sloeg en geselde de aandrijver de man voor een hele dag.

vs. 14wajijra’ Mosje… toen vreesde Mosje… Mosje zag bevreesd toe dat onder zijn volk verraders rondliepen en hij vreesde dat het volk niet waardig genoeg was om bevrijd te worden (Sjemot Rabba 1 ). ..… Noda’ hadavar… de zaak is bekend…. Volgens de Midrasj was het voor Mosje bekend waarom de Joden zo onder de Egyptenaren moesten lijden. Rasji weet ons te vertellen dat het volk onderling ruzie maakten en over elkaar roddelden. Daarnaast werd het Mosje bekend dat zij – ondanks zij meer gezondigd hebben dat alle 70 volkeren – het waard waren bevrijd te worden.
Dathan en Abieram waren degene die Mosje bij par’o hadden verraden over de doodslag op de Egyptenaar.

Uit de Parasja van Daas Torah:
Op een dag zag Moshe een Egyptische opzichter die een joodse man half dood sloeg. Wetende dat de Egyptische autoriteiten niet tussenbeide zouden komen ten gunste van de joodse slaaf, doodde Moshe de opzichter.

De volgende dag kwam Moshe terug naar de joodse mensen en trof hij diezelfde man aan, vechtend met een andere joodse slaaf die net op het punt stond hem te slaan. Ontzet over het geweld, riep Moshe uit: ‘Wat doe je nou, waarom sla jij jouw broeder?’ Niet gewend om berispt te worden antwoordde de man kwaad: ‘Wie heeft jou als leider en rechter over ons aangesteld? Wil jij ons ook doden, net zoals jij die Egyptenaar hebt gedood?’ Moshe maakt zich zorgen en weet ‘het is dus toch bekend geworden’. (zie Exodus 2:11-14 en verklaringen daarop).

pagina 7 / 11 [1]      «      5   |   6   |   7   |   8   |   9      »      [11]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.