16 Niesan 5784 | 24 april 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Sjemot / Inzicht Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Sjemot/ Exodus 1:1 - 6:1 | door: Rabbi Dovid Rosman

De ware leider
In het begin van parasjat Sjemot maken we kennis met twee heldinnen, die weigerden aan het wrede bevel van Par'o gehoor te geven, om de Joodse jongetjes te doden, dit op gevaar van eigen leven. Tora vertelt ons dat het hun grote ontzag voor Hasjem was die hen hiertoe in staat stelde en dat zij hiervoor beloond werden met batiem - „huizen." Rasji zegt dat met deze beloning bedoeld wordt dat er dynastieën van Kohaniem, Levietenen koningen uit hen zouden voortkomen. Hun nakomelingen zouden de toekomstige leiders van het Joodse volk worden.

Het wonderlijke is dat Tora ons niet vertelt wie deze heldinnen waren. Ze worden Sjifra en Poea genoemd. Rasji schrijft dat Sjifra niemand minder was dan Jochèwed, de moeder van Mosjé Rabbeinoe en Poea was Miriam, zijn zuster. Jochèwed werd Sjifra genoemd, legt Rasji uit, omdat ze de pasgeborene mesjaperwas, d.w.z. zij maakte de pasgeborenen mooier door er voor te zorgen dat zij schoon en verzorgd waren. Miriam werd Poea genoemd omdat zij lieve geluidjes tegen de baby's maakte, en hen suste, wanneer ze huilden.

Rasji's verklaring is moeilijk te begrijpen. Afgezien van de vraag waarom Tora ons niet de ware identiteit van de beide vroedvrouwen laat weten, lijkt het of deze daden van chesed [liefde] toch onbeduidend zijn in vergelijking met hun ongehoorzaamheid aan Par'o, waardoor zij de levens van de baby's redden. Wat dan is het belang hiervan, dat Tora ons alleen deze namen laat weten?

Rav Shimshon Pincus zt"l (TiferetTora) antwoordt dat Tora ons hier een heel belangrijke les leert. Het zijn juist deze namen die de kleine daden van chesed vertegenwoordigen, die de grootheid van deze vrouwen illustreren.

Hij verklaart dit met behulp van het volgende voorbeeld: Stel je voor, een jong kind ligt in het ziekenhuis, Rachmana litzlan[de Hemel beware]. Vele specialisten zijn druk bezig het leven van het kind te redden. Tegelijkertijd echter is er één persoon die tegen het kind praat, ermee speelt, het troost, liefde geeft: de moeder. De artsen zijn begrijpelijk te druk bezig met belangrijkere zaken dan chesed; de moeder echter, dankzij haar grote liefde voor haar kind, besteedt speciale aandacht aan zijn kleinste behoeften.

Het feit dat Jochèwed en Miriam ontzag hadden voor Hasjem en de bevelen van Par'o negeerden, kan het resultaat zijn van hun hoge niveau van rechtvaardigheid. Maar toen zij hun grote liefde toonden, zoals een moeder voor haar kinderen - toen zij reageerden als Sjifra en Poea - toen werden zij beloond met „huizen." Hun beloning was om de „moeders"  te worden van het Joodse volk.

Maar waarom verdienden zij het speciaal om de moeders te worden van de leiders van het Joodse volk? Om dit te begrijpen, moeten wij eerst het ware karakter van een Joodse leider begrijpen.

Een ware -melech- koning - is iemand die zorgzaam is voor anderen en die zijn volk helpt. De koningen van Bnei Jisraël moesten een moreel voorbeeld zijn voor hun volk, moesten hen Tora leren en aan het hoofd van het volk ten oorlog trekken. Een koning van Israël krijgt macht van zijn volk, maar hij moet daar iets voor terug doen. Hij moet niet alleen de grote krijgsheld zijn, waarmee zo vele leiders vandaag de dag proberen indruk te maken op hun volk. Hij moet zijn volk helpen en open staan voor hun, wellicht in zijn ogen kleine, noden.

Jochèwed en Miriam werden niet geobsedeerd door het doen van „grote daden." Zij hielden zich ook bezig met de kleinste behoeften van de babytjes. Zij toonden de karaktereigenschappen die bij het malchoet -koningschap - horen en daarom werden zij beloond met koninklijke nakomelingen.

Hoewel wij geen van allen koningen zijn en de meeste van ons ook geen leiders, kunnen we deze les toch ter harte nemen en ook in ons dagelijks leven „koninklijk" proberen te handelen.

Er was eens een volstrekt ongodsdienstige Jood in Petach Tikwa, die „van de ene dag op de andere" godsdienstig werd. Wat was de oorzaak? Hij vertelde dat hij eens op de avond van Jom Kippoer, toen iedereen in Sjoel was voor Kol Nidrei, op straat liep in de buurt van een jesjiwa. Naast de jesjiwa waren openbare toiletten en daar zag hij iemand in en uit gaan, de ene toilet uit en de andere in. En dat was iemand die er zeer gedistingeerd uitzag, met een grote witte baard en lange zwarte jas en hoed. De seculier Jood was zeer verbaasd om iemand, die er uit zag als een grote Rabbijn, op dit uur, waar iedereen in Sjoel was, zich voorbereidend op Kol Nidrei, openbare toiletten in en uit te zien gaan. Hij besloot de Rabbijn, die Rav Eliahoe Dushnitzer zt"l bleek te zijn van de Lomzher Jesjiwa, om een verklaring te vragen. De Rav legde uit, dat aangezien er op deze avond veel mensen naar de sjoel kwamen voor de Jom Kippoer-dienst, waarvan er velen van ver kwamen en sommigen zelfs 24 uur bleven, hij bezorgd was dat er genoeg toiletpapier zou zijn. Dat controleerde hij nu.

De Jood uit Petach Tikwa besloot daarop om na Jom Kippoer onmiddellijk een relatie aan te gaan met deze Rav, om van hem te leren hoe men een rechtvaardig leven kan leiden. Het vertoon van bezorgdheid voor zelfs de kleine behoeften van anderen, bracht deze Jood terug tot het houden van de mitswot.

(Uit: Sefer Aleinoe LeSjabeiach, inleiding tot Bamidbar)

Bron: Joods Leven

 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.