Laatste groep plagen bewijst dat geen kracht of macht een tegen Hasjem op kan.
Niets en niemand is een partij voor Hasjem…kie ‘ejn kamonie bechol-ha’arets…niemand is zoals Ik op de gehele aarde…
Hagel
vs. 15-16. Sforno leert dat pra’oh de gelegenheid had mensen tot berouw te brengen door zelf dit als eerte te doen. Midrasj zegt dat dit een voorbeeld is dat Hasjem in Zijn genade de zondaren waarschuwt, dat zij berouw tonen en waardoor zij de straf voor hun zonden vermijden.
24…mitlaqachat betoch habarad…vlammen te midden van de hagel…een wonder in een wonder.
1. het vuur dat naar beneden schoot. Vuur gaat altijd omhoog.
2. water en vuur werkten als twee tegenpolen een keer samen (Mizrachi).Rasji zegt dat ze zelfs – om Hasjem te dienen – vrede hebben gesloten!
Er werden twee wonderen tijdens deze hagel genoemd: vuur dat naar beneden kwam en in de ijskoude hagel bevond zich vuur. Rasji noemt nog een derde wonder. Mosje zei: ...ka'et machar... morgen rond deze tijd... Mosje kerfde bij par'oh een streep op de muur met de woorden: morgen, wanneer de zon tot hier gekomen is zal de hagel neerdalen. Waarom deed hij dit? De Egyptenaren waren al zo knap dat zij al gebruikt maakten van waterklokken. De reden is dat wanneer de waterklokken hun werk niet goed zouden doen, dat de Egyptenaren niet konden klagen dat Hasjem punctueel is waardoor zij geen voorzorg konden treffen op alle mogelijke wijzen. Hasjems klok, de zon, is stipt.
...'al sjamajiem... tegen de hemel... Dit is opmerkelijk. Naar de hemel wordt gespeld met alef-lamed ('al). Maar hier wordt er gespeld ajin-lamed (eveneens 'al), wat boven betekent. Rasji leert dat de Heilige Geprezen is Hij Mosje tot boven de hemel verhief!
|