19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Wajera / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Bereesjiet/ Genesis 18:1-22:24 | door: Devorah
De zevende beproeving volgens RaMBaM
Toen Avraham zag dat de regio door de oorlogen verwoest was, vertrok hij naar een andere gedeelte van het land. Anderzijds kan men denken dat hij naar een andere regio trok omdat hij afstand wilde van Lot, omdat hij berucht werd omdat hij incest met zijn dochters had. Kadesj en Sjoer waren de Filistijnse gedeelte van Kana'aan. Sforno verklapt ons dat Avraham graag in dit dicht bevolkte gedeelte van Kana'aan wilde wonen om zo over zijn geloof in Hasjem aan de mensen te kunnen vertellen. Radak leert dat hij daar vestigde zodat zijn nazaten ook dit gedeelte van Erets Jisrael in de toekomst kunnen claimen.

Avimelech, de koning van de Filistijnen, was een rechtvaardig man. De rechtvaardigheid van hem moet je wel afwegen naar de maatschappelijke standaard van die tijd. Hij toont zijn rechtvaardigheid middels de volgende beproeving:

Wij leerden dat Sara de dochter is van Haran en dus het nichtje va Avraham. In Bereesjiet 20:12 staat: 'Achtie bat-avie, hie' ach lo bat-immie.... zij is mijn zuster, dochter van mijn vader, maar niet de dochter van mijn moeder....

In die dagen werden de bloedverwanten van de vaderzijde niet als bloedverwanten erkent. Daarnaast waren kleinkinderen van bijvoorbeeld Terach (vader van Haran en Avraham) gelijk gezien als kinderen van Terach. Dus zoon Avraham en Haran waren gelijk aan de kleindochter Sarah tov Terech. Daarom was Sarah "zuster" van Avraham. Vandaar dat Avraham in Bereesjiet 13:8 zei dat Lot zijn broer is (terwijl Lot de zoon van zijn broer is). "Ach lo bat-immie. Avraham had een andere moeder dan zijn (half)broer Haran.

Malbiem leert ons dat Avraham tegen Avimelech nooit gezegd had gezegd dat Sarah NIET zijn vrouw is. Hoerdoor maakte Avimelech bijna de fout een vrouw te nemen die van een ander is. Omdat zijn hart goede intenties had, zei Hasjem in 20:6 dat Hasjem het was die hem NIET liet zondigen - lo netantiecha... jou weerhouden in -
Rav Aiboe leert ons: als een ruiter en paard op hoge snelheid toch een kind weet te ontwijken, wie moeten wij oprijzen? De ruiter of het paard?
Hasjem vertelt Avimelech dat hij geen complimenten verdient omdat hij Sarah met rust liet. Het was dus Hasjem die zijn hand tegenhield om zich op Sarah te vergrijpen (Midraj).
Ondertussen mag het duidelijk zijn dat de inmiddels 90 jarige Sarah nog zo jong als een vrouw leek die nog kinderen kon baren. Anders had Avimelech haar sowieso niet benaderd.

pagina 6 / 9 [1]      «      4   |   5   |   6   |   7   |   8      »      [9]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.