De vier perioden van de Joodse geschiedenis
…’er’enoe welo’ ‘attah… ik zal hem zien, maar niet nu… (24:17. eerder gaven wij aan dat Bil’am sprak – zoals eerder gezegd - over de verre toekomst van het Joodse volk ttv de Messiaanse Verlossing. Volgens de RaMBaN is de ster uit Ja’aqov (…darach kochav mija’aqov… een ster (staptuit Ja’aqov… is – wederom zoals eerder geleerd – de Masjiach die als een vallende ster, een meteor, door de hemel schiet zodat hij voor de hele wereld zichtbaar zal zijn om de Joden bijeen te vergaderen uit de diaspora. Dán zal Moav niet meer gespaard worden, ondanks dat de Joden uit de generatie van Balaq Moav niet mochten veroveren.
Rasji en Ibn Ezra houden het erop dat dit een profetie over Dawied hamelech is, omdat hij de eerste grote veroveraar onder de Joodse koningen was die over Moav triomfeerde (1 Sjmoe’el/Sam. 8:2).
Dus, wanneer wij de zegeningen van Bil’am aan Israel lezen, valt ons iets op. De zegeningen omvatten vier perioden in de Joodse geschiedenis:
- In de woestijn [Lett. “Bamidbar”](23:7-10
- Hun overwinning op het Land (23:18-24)
- hun fantastische periode na de verovering van Erets Jisrael en hun omliggende vijanden (24:3-9) en
- de einde der tijden (24:17-24:25)
|