12 juli 1462: De joodse inwoners van Rinn (O) werden van rituele moord op een christenkind beschuldigd. Aangeklaagden zouden later worden terecht gesteld. De steen waarop de joden het kind om het leven zouden hebben gebracht staat als “Judenstein” bekend. 12 juli 1555: De wrede paus Paulus IV vaardigde de beruchte Cum nimis absurdum uit. Joden moesten daarom in getto’s wonen, een jodenlap dragen en zij mochten geen ontroerend goed bezitten. Tevens mocht de jood niet met een titel van enig respect worden aangesproken (denk aan bijvoorbeeld “meneer”). Christenen mochten zich niet door joodse artsen behandelen en het werd de joden verboden handel te drijven. Het enige wat zij wel mochten was lompen en tweedehands goederen verkopen. 12 juli 1919: Pogrom in Petsjora kostte 127 joden het leven, vele raakten gewond en vele joodse vrouwen en meisjes werden verkracht. 12 juli 1941 De joden in Minsk (Wit Rusland) waren verplicht een herkenningsteken te dragen. In de nacht werden 100 joodse vrouwen en meisjes in Chotin (Oekraine) uit hun huis gesleept, verkracht en tenslotte vermoord. 3000 joodse mannen van Bialystok (PL) werden tijdens de Sabbat door de SS opgepakt en buiten de stad doodgeschoten. De vrouwen van de slachtoffers werden voortaan “Sabbatsweduwen” genoemd. Na deze massaexecutie werd een getto opgezet voor 50.000 joden uit de stad en omgeving. 12 juli 1942: 5000 joden van Rowno werden in Janowa Dolina door de SS vermoord. Enkele wisten te onsnappen naar de bossen. Slechts zeer weinigen overleven deze ramp. |