In het begin schiep Hasjem heel het universum uit het niets, met inbegrip van de tijd zelf. Dit scheppingsproces duurde zes dagen. Op de zevende dag, rustte Hasjem uit, en daarmee liet Hij de Sjabbat ontstaan, die tot op heden elke zevende dag bij ons terugkomt. Adam en Chava - de eerste mensen - worden in de Hof van Eden geplaatst.
Chava wordt verleid door de slang om van de verboden vrucht van de „Boom der Kennis van Goed en Kwaad" te eten, en zij geeft op haar beurt de vrucht aan Adam. Door te zondigen kunnen Adam en Chava niet meer in dit spirituele Paradijs van Eden blijven en zij worden eruit verbannen. De dood en hard werk (zowel fysiek als geestelijk) doen nu hun intrede in de wereld, te samen met de pijn die de vrouw lijdt als zij een kind baart.
Kaïn en Hevel, de eerste twee kinderen van Adam en Chava, brengen offers aan Hasjem. Hevel geeft het fijnste van zijn kleinvee, en zijn offer wordt geaccepteerd. Maar Kaïn gebruikt inferieure producten van zijn landbouwopbrengst, en zijn offer wordt geweigerd. Kaïn is nu jaloers op zijn broer Hevel en in de daaropvolgende strijd doodt Kaïn Hevel. Hasjem veroordeelt hem om over de wereld rond te zwerven.
De Tora noemt nu de genealogische afstammelingen van de andere kinderen van Adam en Chava en van Kaïn op, tot de geboorte van Noach. Na de dood van Sjet vervalt de mensheid tot slechtheid, en Hasjem besluit dat Hij de mensheid wil uitroeien in een vloed, die de hele wereld zal overstromen. Echter één man, Noach, vindt gunst in de ogen van Hasjem.
Bron: Joods Leven |