Het is twee jaar later. Para'o heeft gedroomd. Hij is ontevreden met de pogingen van zijn raadgevers om de dromen te verklaren. De opperschenker van Par'o herinnert zich hoe Joséf zijn droom nauwkeurig verklaard heeft in de gevangenis en vertelt dat aan Par'o. Joséf wordt uit de gevangenis gehaald en voor Par'o geleid.
Hij verklaart dat er spoedig zeven jaren van overvloed zullen komen, gevolgd door zeven jaren van hongersnood. Hij raadt Par'o aan een wijs man aan te stellen die het graan in de jaren van overvloed zal opslaan, ter voorbereiding van de hongersnood. Par'o stelt Joséf aan als onderkoning om op de uitvoering van dit project toe te zien. Par'a geeft Joséf een Egyptische naam, Tsafnat Paneach, en geeft hem Osnat, de dochter van zijn voormalige meester tot vrouw.
Egypte wordt het graanpakhuis van de wereld. Joséf krijgt twee zonen, Menasje en Efraïm. Ja'akov zendt zijn zonen naar Egypte om voedsel te kopen,want ook in Kena'an is hongersnood. De broers worden naar Joséf gebracht en zij buigen voor hem. Joséf herkent hen, maar zij herkennen hem niet. Denkend aan zijn dromen speelt Joséf de rol van een Egyptische heerser en reageert hard, en beschuldigt hen van spionage. Joséf verkoopt hen voedsel, maar houdt Sjim'on gegijzeld, totdat zijn broers Benjamin gebracht hebben als bewijs van hun eerlijkheid. Joséf geeft zijn dienaren de opdracht het aankoopgeld voor het voedsel terug te doen in hun tassen.
Op de terugweg ontdekken zij het geld en hun hart zinkt in hun schoenen. Zij keren terug naar Ja'akov en vertellen hem alles. Ja'akov weigert Benjamin naar Egyptete te laten gaan, maar wanneer de hongersnood ondragelijk wordt, stemt hij toe. Jehoeda garandeert Benjamins veiligheid en de broers gaan naar Egypte. Joséf verwelkomt de broers uitgebreid als belangrijke gasten. Wanneer hij Benjamin terugziet, rent hij de kamer uit en huilt. Joséf geeft zijn dienaren de opdracht het aankoopgeld voor het voedsel weer terug te doen in de zakken en de wijnbeker, waaruit hij gedronken heeft, in de zak van Benjamin te doen. Wanneer de wijnbeker ontdekt wordt, eist Joséf dat Benjamin voor straf zijn slaaf wordt. Jehoeda tracht tussenbeide te komen en biedt zichzelf aan in plaats van Benjamin, maar Joséf weigert..
Bron: Joods Leven |