De achtergrond van de Haftara is dat de Israëlieten voortgingen met te doen wat slecht is in de ogen van Hasjem, zodat Hasjem hen gedurende veertig jaar had overgeleverd in de handen van de Filistijnen. De vrouw van Manoach komt op een zekere dag thuis van het veld en vertelt haar man dat een man van G-d aan haar verschenen is. Ze zegt: „Hij leek op een engel en ik heb hem niet gevraagd waar hij vandaan kwam en hij heeft mij niet zijn naam gezegd, maar hij zei dat we een baby, een jongentje zullen krijgen en dat die vanaf de geboorte een nazier zal zijn." Manoach bidt tot G-d en vraagt of deze „man" nog een wil terugkomen opdat hij hen beiden zal leren wat zij met de jongen moeten doen, als hij geboren wordt.
Hasjem antwoordt zijn gebeden. De engel verschijnt nogmaals aan de vrouw, als zij in het veld is. Zij rent weer naar huis en haalt haar echtgenoot en neemt hem mee naar het veld [zie afbeelding]. Manoach wil zelf horen wat de engel tegen zijn vrouw zegt. De engel zegt: „Doe precies wat ik tegen je vrouw gezegd heb. Niets wat er van de wijnstok komt, mag ze nuttigen, wijn en sterke drank mag ze niet drinken en niets wat onrein is mag ze eten." Zij vragen de engel naar zijn naam, maar die zegt dat hij die niet kan onthullen. Zij bieden hem iets te eten aan, maar dat weigert hij. Dan neemt Manoach een geitebokje en een meeloffer en laat dat op een rots in vlammen opgaan voor Hasjem. En op het moment dat de vlam van het altaar opsteeg naar de hemel, steeg ook engel op naar de hemel in de altaar-vlam. Zij zijn allebei bang dat ze nu zullen sterven omdat zij rechtstreeks met een engel te maken hebben gehad, een ervaring die geen enkel mens heeft overleefd. Zijn vrouw verzekert Manoach dat Hasjem hen niet zover gebracht heeft om hen te doden. De zegen van de engel komt uit, en zij bevalt van Sjimsjon.
Het verband met de parasja van de week Sjimsjon was een nazier, en de parasja van deze week behandelt de wetten voor de nazier. Een nazier is iemand die heel erg vroom wil zijn en zich wil wijden aan Hasjem gedurende een bepaalde tijd.
Sjimsjons naziroet verschilde echter in een aantal opzichten van een gewoon naziroet.
-
Ten eerste was Sjimsjon een nazier vanaf het moment van de bevruchting [zijn moeder mocht al geen producten van de wijnstok eten of wijn drinken noch iets onreins eten], terwijl normaliter iemand pas vanaf zijn geboorte een nazier kan zijn.
-
Verder zweert iemand zelf dat hij een nazier wil zijn of een vader zweert dat zijn zoon een nazier zal zijn. Sjimsjon werd door Hasjem als nazier aangewezen.
-
Ten derde mag iemand die voor zijn hele leven nazier is, af en toe zijn haar knippen, als hem dat gaat hinderen. Dat was Sjimsjon verboden.
- Ten slotte mag een ‘normale' nazier zich niet aan een lijk verontreinigen. Dat mocht Sjimsjon wel, om wraak te kunnen nemen op de Filistijnen.
Bron: Joods Leven |