De wetten van de para adoema- de rode koe - worden beschreven. Deze wetten van rituele reiniging zijn van toepassing wanneer iemand in aanraking komt met een dode.
Na bijna 40 jaar in de woestijn, sterft Miriam en wordt begraven in Kadesj. De mensen klagen dat zij het water zijn kwijt geraakt, dat zij tot nu toe op wonderbaarlijke wijze kregen dankzij de verdiensten van Miriams rechtvaardigheid. Aharon en Mosjé bidden voor het welzijn van het volk. Hasjem draagt hen op om het volk te verzamelen bij Merivá en vervolgens tegen een bepaald rotsblok te spreken, zodat daar water uit zal voortkomen. Bedroefd door het gebrek aan vertrouwen van het volk, slaat Mosjé op de rots, in plaats van er tegen te spreken. Zodoende faalt hij in het tonen van een publieke demonstratie van Hasjems meesterschap over de wereld, hetgeen wel het resultaat was geweest als Mosjé tegen de rots gesproken had en alleen daardoor de rots water had voortgebracht. Daarom deelt Hasjem aan Mosjé en Aharon mee dat zij het volk niet het Land zullen binnenbrengen.
De Israëlieten hervatten hun rondreizen; omdat de koning van Edom, een afstammeling van Esav, hun de doortocht door zijn land weigert, kunnen zij niet de kortste route naar Erets Jisraël nemen. Wanneer zij Har Hor (de berg Hor) bereiken, sterft Aharon en zijn zoon Elazar wordt bekleed met de waardigheid en verantwoordelijkheid van de Hoge Priester. Aharon was bij iedereen geliefd, en het hele volk rouwt 30 dagen om hem. De Israëlieten voeren strijd met Sichon de Amoriet, die liever met hun vecht dan hun doortocht door zijn land te verlenen. Het resultaat is, dat de Israëlieten het land veroveren dat Sichon daarvóór had veroverd op de Amonieten op de oostelijke oever van de rivier de Jordaan.
Bron: Joods Leven |