| Parasja / Bereesjiet / Commentaar |
Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar |
| Bereesjiet/ Genesis 1:1-6:8 | door: Devorah, Joel Nesanel, Lea Farkash en Rolf |
Hoe lees je de Tora
RaMBaM geeft de volgende mosjol: twee mensen stonden van een afstand te kijken naar bergklimmers die een nabijgelegen berg beklommen. Op hun rug droegen ze knapzakken. Om de paar meter zetten zij hun rugzakken neer en rustten voor een paar minuten voordat zij verder gingen.
"Ik vraag me af wat die mensen in hun knapzakken dragen," zei een van de waarnemers tegen de andere, "Het ziet er heel zwaar uit."
"Het zit vol met aardappelen." antwoordde zijn vriend heel stellig.
"Misschien ook niet," antwoordde zei de eerste, “Misschien zitten de zakken vol met aarde of stenen. Misschien dragen zij appels of peren".
Maar zijn vriend was hardnekkig. “Nee, ik ben er zeker van dat het aardappelen zijn, "antwoordde hij.
Aangezien ze niet konden beargumenteren waarom de ene gelijk zou hebben en de andere niet, besloten zij uiteindelijk om achter de bergbeklimmers gaan en te vragen wie gelijk had. Nadat zij eindelijk de achterstand op de klimmers hadden ingelopen, werd het al snel duidelijk wat er in de knapzakken zaten. En ja hoor, het bleek om aardappelen te gaan.
"Maar hoe wist je dat?" vroeg de eerste aan zijn vriend.
"Oh, het is heel simpel," antwoordde hij, "Ik zag hen hun knapzakken vullen.
Op deze wijze, verklaart RaMBaM, waren onze Chachomiem in staat om de werking van het hele universum te kennen. Het enige wat ze hoefden te doen is heel zorgvuldig naar de Tora te kijekn. Ieder klein detail dat daarin gevonden kan worden, kan alleen gezien worden als je weet hoe je de Tora moet lezen. De Chachomiem hoefden geen berekeningen te maken, te experimenteren of zelfs maar te gissen. Ze zagen het duidelijk in de Tora beschreven.
Tosefos vertelt ons in Mesechta Chagiga dat de eerste 42 letters, beginnend met het woordje Bereesjiet, alle geheimen van de schepping bevat. Onze grootste Chachomiem doceerden deze diepe geheimen alleen aan de wijste studenten en slechts een tegelijk. Degenen die wist dat deze geheimen waren, waren in staat om leven aan de doden te brengen of het creëren van dieren, enz. Hillel had tachtig studenten, en zelfs de minste van hen had de kennis om de doden weer tot leven te brengen. Zelfs als we de diepe betekenis niet begrijpen, maar de Tora in deze wereld wel op de juiste wijze leren, dan zullen we haar geheimen in de Olam Haba wel begrijpen.
|
|