18 Niesan 5784 | 26 april 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Beha'alotecha / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Bamidbar/ Numeri 8:1–12:16 | door: Devorah en Joel Nesanel Schukkmann
Verband tussen Haftara van de week met de parasja (12:6-8) en de Tehilliem/Ps. 130 en 52
Haftara is Zecharja 2:14-4:7
In Haftara lezen wij dat de zonen van Josjoe’a de Kohen hagadol trouwen met gojische vrouwen. Josjoe’a is er niet in geslaagd zijn zonen te straffen. In zijn visioen ziet hij Satan Josjoe’a veroordelen voor zijn misser. Deze veroordeling werd in de visioen gesymboliseerd met bevuilde kleding die hij in de visioen draagt. Hasjem verdedigt Josjoe’a tegen Satan op grond van hij de stokebrand redde van de vlammen. Hij werd ondergedompeld in de vlammen van de lichamelijke en geestelijke vernietiging van de ballingschap. Jesjoe’a had al geleden en daarom kan hij niet meer voor het verleden veroordeeld worden.

Vergeven doet Hasjem alleen
Dit wordt in Tehilliem/Ps. 130 bevestigd: sjier hama’alot… lied van de alijah/opgaan. In tegenstelling tot sommige andere geloven waar men een bemiddelaar tussen Hasjem en zichzelf nodig hebben, zegt deze psalm dat alleen Hasjem zonden vergeeft: ki-‘imega hasliecha…maar vergevingsgezindheid is bij Jou, Jij geeft geen toestemming aan een bemiddelaar om iemand iets te vergeven, want er staat geschreven: hij zal uw overtreding niet vergeven (Sjmot/Ex. 23:21). Dan gaat de psalm verder met lema’an tioeware’… zodat Jij gevreesd mag worden. Wanneer je tegen Hasjem zondigt en je doet tesjoeva, dan kan alleen Hasjem jou vergeven. Maar wanneer jij bij jouw naaste zondigt, dan heb je dubbele vergeving nodig: zowel bij jouw naaste als bij Hasjem. Nafsjie la’donaj – misjomriem laboqer, sjomriem laboqer… mijn ziel is op Hasjem gericht – meer dan de wachtsman voor de ochtend wachtend op de ochtend…. Mijn ziel verlangt veel meer naar Hasjem dan de nachtwaker die verlangt naar de ochtend zodat hij weer naar huis kan gaan. Nacht staat voor galoet, ballingschap en boqer staat voor ge’oelah, verlossing. Ge’oelah komt sowieso, ondanks onze zonden. We zullen opgericht worden, dwars door de inquisities, progroms en de Sjoa (Holocaust) heen. Zoals Josjoe’a door het vuur gelouterd is, zo zijn wij door het vuur van Auschwitz gelouterd. Onze collectieve zonden als volk zijn hiermee al vergeven. Vuur werkt zuiverend. Dat is Kapara la'avonot… boetedoening van de zonden voor de chesjbon hanefesj, de boekhouding van de ziel.
In het Hebreeuws is “toeval” miqreh: mem-qoef-reesj-he. Wanneer we deze vier letters door elkaar schudden, krijgen wij raq mihasjem: Reesj-qoef-mem-he. Raq mihasjem betekent alleen bij Hasjem. Dus alles wat jou overkomt en jij denkt dat het “toeval” is, dan is het raq mihasjem… dus ook de vervelende dingen die achteraf blijken zuiverend te werken. Die zonden zullen niet meer aangerekend worden. De Talmoed zegt dat Hasjem drie uiterst waardevolle kado’s aan ons heeft gegeven die door veel pijnen moeite ontvangen kan worden:
  • Tora
  • Erets Jisrael
  • Olam haba
Oordelen doen wij zelf
We leerden zo-even dat zonden door bepaalde nare en akelige levenservaringen vergeven kunnen zijn. We leerden dat alleen Hasjem vergeeft. Maar naast het vergeven van zonden hebben wij berispingen nodig. Hoe werken deze berispingen? Zoals wij de Hafatara aan deze bovenstaande psalm mogen verbinden, verbinden wij deze psalm weer door aan Tehilliem 51. Daar staat geschreven: bevo’-‘elaj natan hanavie’ ka’asjer-ba’ ‘el-bat-sjava’… toen Natan de profeet bij hem [Dawied hamelech] zoals hij [Dawied hamelech] kwam bij Batsjeva. Wat betekent dit? [list=1][*]in alle vertalingen staat in de strekking van “toen Natan de profeet bij hem kwam NADAT hij (Dawied hamelech) bij Batsjeva kwam (de vrouw die hij van Oeria had gestolen). Iedereen die een beetje Hebreeuws kan weet dat dit en masse foutief vertaald is. ’Acharej is NAdat. Ka-asjer is ZOals. Dit heeft in de vertaling verstrekkende interpretatiegevolgen. Wij hebben het beeld dat Natan met veel woede en bombarie bij de koning kwam hem te veroordelen mbt zijn vreselijk misstap aangaande Batsjeva. Maar dat staat er niet. Er staat dat Natan hem berispte zoals Dawied hamelech naar Batsjeva ging. We hoeven niet te discussiëren hoe dat gegaan is. Uiteraard ging Dawied hamelech vol liefde naar Batsjeva. Zo is Natan naar Dawied hamelech gegaan: vol liefde berispte hij de koning. We moeten met liefde de ander berispen. Hasjem Zélf geeft in deze parasja het voorbeeld:Vs. 12:6 sjimoe’a-na’-devaraj…hoor ajb naar Mijn woorden…ipv hoor toch naar Mijn woorden of in die strekking. Hasjem spreekt vol liefde tot Arharon en Mirjam nav de lasjon hara door Hasjem gestraft werden. Maar er is meer. lo’-ken ‘avdie Mosje… peh ‘el-peh ‘ader-bo oemar’eh…niet bij Mijn dienaar Mosje (hem benaderen zoals Hasjem al Zijn profeten benaderen dmv een visioen) van mond tot mond spreek Ik tegen hem… Vs. 12:7-8 De Zohar leert ons dat wanneer wij dood gaan, Hasjem ons aanspreekt in de stemmen van onze ouders. We leerden in parasja Jitro dat Hasjems Stem te eng was om aan te horen. Toen Mosje Hasjem voor het eerst hoorde, in de struik, manifesteerde Hasjem ook in de stem van de ouders van Mosje. Daarnaast leert de Zohar dat wij onszelf na onze dood beoordelen. II Sjmoe’el 12 bevestigt dit, waarin Dawied hamelech zichzelf keihard veroordeeld hetgeen hij gedaan had. Niets in de TeNaCH is nl met toeval als een verhaaltje vermeldt. Aangezien je strax in de status bevindt dat jij niet kán liegen, zal jij jezelf altijd eerlijk beoordelen. Jij kan niet weglopen voor de daden die je gedaan hebt. Vandaar dat wij een ander met liefde moeten “beoordelen” en berispen, zodat deze instelling een tweede natuur van je wordt. Dan zal jij later jezelf ook met liefde en zachtheid veroordelen…

BSJT (Baal Sjem Tov) zei: zie alleen de goede dingen in de ander en zie alleen het slechte in jezelf.

De les was kortweg:
  1. Josjoe’a werd niet gestraft omdat hij al voor zijn zonden gestraft was door de akelige dingen die hij had meegemaakt. Hasjem verdedigde Josjoe’a zelfs.
  2. Daarom zijn akelige nare ervaringen, zoals de goede en de mooie ervaringen, raq mihasjem, alleen bij Hasjem. Ook mbt vergeving: raq mihasjem. Hij is Degene Die ons verlost uit de galoet, uit de vervolgingen, óndanks onze zonden. Want door onze nare, vreselijke ervaringen in galoet, maar ook heden hier in Israël, zijn zonden vergeven (zie wederom voorbeeld in de Haftara mbt Josjoe’a)
  3. wij zijn degene die onszelf na onze dood zullen beoordelen op onze eigen daden. Daarom is het zaak dat compassie, geduld en liefde naar jouw naaste jouw tweede natuur wordt, zodat jij later ook zo tegen jezelf zal opstellen. Hasjem Zelf én Natan hanevie zijn ons hierin voor gegaan.

pagina 8 / 8 [1]      «      4   |   5   |   6   |   7   |   8   
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.