17 Niesan 5784 | 25 april 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Dewariem / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Dewariem/ Deuteronomium 1:1–3:22 | door: Devorah
Dewariem - Deuteronomium - wordt ook wel de Misjneh Tora genoemd. Misjneh komt van sjneh, wat twee betekent. Misjneh wordt veelal vertaald met "herhalen" of "overzicht" van de Tora of "uitleg" van de Tora.

Dewariem is meer dan een overzicht van de vier voorgaande boeken. Van de 200 wetten die in Dewariem worden behandeld, zijn ruim 70 nieuw. In de laatste weken van Mosjes leven, onderwees en gaf Mosje een overzicht van alle wetten van de Tora en de gehele geschiedenis van het Joodse volk. In Dewariem zijn gedeelten van zijn leringen opgenomen die met name voor het volk voo hun nieuw leven in Erets Jisrael relevant zijn. Zodra zij de Jordaan zouden oversteken, zou men de Sjechináh niet meer constant om hen heen zien, noch de dagelijkse wonderen meemaken. Zij moesten nu zelf ploegen, zaaien, oogsten, gerechtshoven- en een maatschappij opzetten. Sterk geloof en zelfdicipline door de heidense volkeren met hun verleidingen om hen heen is dit een vereiste.

Er zijn verschillen tussen Dewariem en andere boeken. Denk aan de waarschuwingen in Wajjiqra 26 en Dewariem 28. In Wajjiqra is het vanuit Hasjems standpunt beschreven en in Dewariem vanuit Mosje (Megillah 31b). Gaon van Wilna zegt dat alle vier boeken middels de mond van Mosje direct van Hasjem Zelf gegeven is. Dewariem daarenetegen niet. Dat is te vergelijken met de profeten na Mosje die via visioenen de informatie van Hasjem ontvingen en op een later tijdsstip aan de betrokkenn doorgaven. Het Woord van Hasjem is dan tegen de tijd dat de profeet spreekt verdwenen. Vandaar dat Mosje zei: wajomer Hasjem 'elaj...Hasjem sprak tegen mij... (vs. 1:42; 2:9; 3:2). Mosje koos de woorden en legde de geboden zo uit dat zij het begrepen. Onkelos noemt de Misjneh Tora patsjègèn 'orajeta'... de kopie van de Tora, in die zinn, het verklaart en legt de Tora uit. Dewariem begon als een Mondelinge Leer door Mosje uitgelegd. Toen heeft Hasjem hem opgedragen deze een onderdeel van de Geschreven Tora te maken. Daarom wordt Mosje rabenoe genoemd, onze leraar. Hij gaf niet alleen de woorden van Hasjem oor, hij legde ze ook nog eens uit. (R'Yosef Dov Soloeitchik).

Verborgen berisping
Alle woorden van Dewariem zijn in de laatste vijf weken van Mosjes leven uitgesproken. Het was als het ware zijn testament aan zijn geliefde volk. Omdat het volk erg zeker van zichzelf was dat zij zich niet zouden beïnvloeden door de omliggende volkeren, begint Mosje door hen er aan te herinneren aan de groot zonden en rebellie die zij sinds de uittocht had gepleegd. Als zij al toentertijd tussen als die prachtige wonderen van Hasjem konden zondigen, zijn de gevaren zonder de aanwijzingen van de Sjechináh vele malen groter. Mosje noemde de zonden niet specifiek op. Hij wees op deze zonden door de plaats van de gebeurtenis te noemen (Rasji en Onkelos): de verborgen berispingen.

Vs. 1:2...'achad 'asar jom mechorev... 11 dagen vanaf Chorev... Na hun tijdelijk verblijf aan de berg Sinaj, vlg RaMBaN wordt met Chorev de hele omgeving rond Sinaj bedoeld), vertelde Hasjem het volk dat het tijd werd Erets Jisrael te betreden. Hij instrueerde hen de route te gebruiken dat Berg Seir vermijd. Normaliter zou deze reis zo'n 11 dagen duren, maar omdat Hasjem zo opgewonden was hen het land te geven, was Hij van plan hen op een mirasculeuze wijze binnen drie dagen te brengen. Dat zou dan een adequaat bewijs zijn dat Hasjem bij hen is. Echter het volk wenste de Meragliem. De vreeswekkende woestijn, zo leert Rasji ons, in vs. 19 sloeg op de gigantische slangen en schorpioenen die het volk bij het oversteken van de woestijn zagen. Sifre geeft aan dat zij niet in gevaar waren, omdat de wolkenkolom de gevaarlijke schepsels op het pad van het volk doodde. Maar toen het volk de karkassen van deze schepsels zagen, zo leert Mizrachi ons, wist het volk dat zij met Hasjem veilig waren. Vs. 22 leert dat koelchem... jullie allemaal... aangeeft dat de mensen Mosje op een disrespectvolle wijze benaderenden. De jongeren duwden de ouderen weg en de ouderen duwden de leiders van het volk aan de kant. Dit staat in contrast met 5:20 waarin staat dat bij het horen van de Stem de oudsten en de stamhoofden Hem naderden met respect en waardigheid.
Wanneer de benadering disrespectvol is, dan had het voorstel om de mergaliem er op af te sturen eigenlijk al verdacht moeten zijn, want zoiets had door de leiders en niet door een grove menigte voorgesteld moeten worden (Sforno). Rasji houdt het erop dat er geen slechte bedoelingen bij het voorstel was. Men wilde op verkenning om in te schatten hoe men het land het beste konden innemen.
Vs. 23...wajijtav be'ejnaj... en het was goed in mijn ogen... maar niet in die van Hasjem! Mosje wist dat wanneer Hasjem zou zeggen dat zij het land zonder verzet zouden innemen, dan zouden de Meragliem overbodig zijn. Mosje dacht dat het volk hem testte hoe hij zou reageren. Wanneer hij zekerheid voor een overwinning zou tonen, dan zou hij geen eens aarzelen om de mergagliem te sturen. Hij dacht dat de mensen zouden toegeven en akkoord zouden gaan dat de missie overbodig was (Rasji).

Moav en Ammon
Vs. 7…kie HASJEM ‘elokejcha beracha…omdat HASJEM Elokejcha jouo heft gezegend… Bnej Jisrael mocht niet ondankbaar reageren op de toestemming Seir binnen te trekken, in tegendeel!
Deze vers lijkt als of er vrede is tussen Bnej Jisraël en Esaw en dat het voorstel van de Joden geaccepteerd was (zie later vs. 2-29). In Bamidbar/Num. 20:18 leren wij dat de koning van Edom – wellicht een andere naam voor Seir – zich tégen Bnej Jisrael optrok en Bnej Jisrael dwoong zich terug te trekken omdat Hasjem hen had verboden terug te vechten. RaSjBaM suggereert dat Edom en Seir twee verschillende nazaten van Esaw waren. Edom wordt daarom gekoppeld aan de vers in Bamidbar en Seir aan de passage die wij later gaan bespreken 26-29.
Een leerling van RaSjBaM denkt dat Seir en Edom hetzelfde zijn en dat de koning klaar was ter strijden te gaan om zijn grenzen te verdedigen, maar de Joden toestemming gaf proficiat van zijn volk te kopen.

De Tora spreek in Vs. 2:9-13 over een andere “neef” van Bnej Jisrael omdat zij afstammelingen zijn van de neef van Avraham: Lot. Deze passage leert ons dat dankbaar- en respect voor nederigheid van groot belang is in een godsdienstig leven. De les is te trekken uit het feit dat Avraham in Egypte Sarah als zijn “zuster” voorstelde en Lot hen niet heeft verraden (Bereesjiet/Gen. 12:10-12). Omdat Lot de waarheid niet onthulde, heeft Hasjem zijn afstammelingen beloond door hen een stuk land te geven die aan Avraham is beloofd. Daarom verbood Hasjem de Bnej Jisrael de Moaviem te provoceren voor een oorlog.
Lot had twee dochters die met hem een incestueuze relatie hadden. Zij dachten namelijk dat zij de enige overlevenden waren. Beide baarden een zoon van Lot (idem 9:31-38). De ene dochter noemde haar zoon Moav, van vader wat een verwijzing naar de smet is. De andere dochter was wat terughoudender en noemde haar zoon Ben-Ammi wat zoon van mijn volk betekent en niet een directe verwijzing naar Lot is. Het volk “Ammon” stamt van de laatste zoon van Lot af. Ondanks Bnej Jisrael de Moaviem niet voor oorlog mochten provoceren, verbood Hasjem hen niet hen te vervolgen voor een kleine steekspel (als het ware). Ammon daarentegen mocht voor geen meter geprovoceerd worden (vs. 19).

Vs. 2:17-30 geeft Hasjem Mosje de opdracht de Bnej Jisrael naar het Heilige Land te laten optrekken, maar zonder provocatie naar Ammon. De Geleerden kaarten hierin twee zaken aan:[list=1][*]Vs.17 geeft aan dat Hasjem tot Mosje sprak wajedaber HASJEM ‘elaj le’mor…en HASJEM sprak tegen mij zeggende… in samenspraak gaat met vs. 16 waarin staat geschreven dat de laatste oorlogslieden uit het midden van Jisrael gestorven waren. Wajedaber geeft een intimiteit tussen twee personen aan: paniem 'el-paniem. Mosje was uniek dat hij als enige mens ooit van aangezicht tot aangezicht met Hasjem kon communiceren. Sinds de meragliem was Jisrael 38 jaar in afkeuring bij Hasjem en dat had invloed op de communicatie tussen Mosje en Hasjem. Hasjem sprak voor 38 jaar niet meer met Zijn bovenmate van Liefde tegen Mosje. De Sjechinah daarentegen bleef op Mosje rusten alleen maar voor het belang van Jisrael en niet wanneer zij onwaardig gedroegen (Rasji; Mechilta Sjmot/Ex. 12:1). Mosje had in die tussen jaren van 38 jaar de mogelijkheid met Hasjem te communiceren midders andere communicatievormen, zoals de oeriem wetoemiem van de Kohen Hagadol of middels een visioen (Rasji).

moel benej ‘Ammon… tegenover de kinderen van Ammonvs. 19. Bnej Jisrael was nu opgetrokken naar het noorden, de plaats waar zij uiteindelijk de Jordan zouden oversteken. Aan het noorden van Moav was het Amoritische koninkrijk van Sihon (Bamidbar/Num. 21:24) en Ammon lag ten noorden van Sihon. Dus het verbod om Ammon te vervolgen wordt op een later moment relevant, wanneer Sihon veroverd moest worden zonder Ammon te treffen.

Vs. 29ka’asjer ‘asoe-lie Bnej ‘Esaw…zoals de kinderen van Esaw…voor mij deden… Eigenlijk weigerde de koning van Edom toestemming te geven dat Bnej Jisrael hun land zou oversteken en maakte zich op voor een strijd (Bamidbar/Num. 20:18). Mosje meende dat Edom toestemde om hen eten en drinken te verkopen (Rasji) of dat zij hen rond door de berglandschap van Seir laten gaan (Ibn Ezra)…wehamo’aviem… en de Moaviem … zij waren gewillig proficiat aan de Joden te verkopen (Ibn Ezra) maar de Tora moet weinig van de Moaviem hebben doordat zij hun ondankbaarheid toonden door ipv eten en drinken te verkopen, het eten en drinken aan de Bnej Avraham aan te bieden terwijl de Joden veel voor de afstammeling van Lot hebben gedaan (23:5).

 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.