19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Chajjei Sara / Haftara Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
I Melachiem/Kon. 1:1-31
Ten gevolge van het feit dat hij een hoek van de jas van Koning Sjaoel heeft afgesneden, voelt Koning David altijd de koude in zijn botten. De Haftara begint met het verhaal dat een knap jong meisje, Awisjag genaamd, bij  Koning David gebracht wordt,  om hem te verwarmen, wanneer hij oud is. Hij was al getrouwd met het maximum aantal vrouwen dat hij kon hebben, achttien, dus Awisjag diende alleen maar om hem te verwarmen, en niet om zijn vrouw te worden. Eén van de zonen van Koning David, Adoniahoe roept zichzelf tot koning uit, en probeert de troon te grijpen. Echter, Sjlomo, Adoniahoe's jongere broer moest de nieuwe koning worden. Eén van de vrouwen van Koning David, Koningin Batsjewa en de Profeet Nathan, bespreken de poging van Adoniahoe om koning te worden. Zij besluiten dat Batsjewa het onder de aandacht van Koning David zal brengen. Dat doet Batsjewa en herinnert Koning David eraan dat hij haar beloofd heeft dat haar zoon Sjlomo de troonopvolger zal zijn. Na Batsjewa komt de Profeet Nathan bij de koning en bevestigt haar woorden. Koning David neemt maatregelen en installeert Sjlomo als de volgende Koning van Israël.

Het verband tussen de Haftara en de parasja
In de parasja van deze week lezen wij over de hoge leeftijd van Awraham, en zijn zorg voor zijn geestelijke troonopvolger, zijn zoon Jitschak. De Haftara spreekt over de hoge leeftijd van Koning David en diens zorg voor zijn geestelijke (en daadwerkelijke) troonopvolging door zijn zoon Sjlomo.

Les van de Haftara
Betreffende geestelijke aangelegenheden moet iemand niet afhankelijk zijn van de verdiensten van zijn ouders om hem/haar door het leven te leiden. Iedereen moet zich bewust zijn van het feit dat hij/zij een eigen verantwoordelijkheid heeft, waarvoor hij rekening en verantwoording zal moeten afleggen. Daarom moet iedereen leven alsof hij zijn eigen „geestelijke bankrekening" heeft, waar hij zijn „stortingen" doet, wanneer hij een goede geestelijk daad verricht.

Periode:
Deze gebeurtenis vond plaats in het Hebreeuwse jaar 2924 (866 vGJ), in Jeruzalem.

Bron: Joods Leven

 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.