18 Adar 5784 | 28 maart 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Wajjetsee / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Bereesjiet/ Genesis 28:10-32:3 | door: Devorah en Joel Nesanel

Ja'aqovs droom

Ja’aqov verliet zijn ouder huis en dat was het moment dat zijn persoonlijke ballingschap begon. Ja’aqov spendeerde 14 jaar in de jesjive van Sjem en Eber. Aangezien hijzelf toen al een groot geleerde was, was zijn verblijf in die jesjive om een andere reden. R’Yaakov Kamenetsky legt uit dat hij in de eerste 36 jaar van zijn leven Toralessen van zijn vader Jitschak kreeg, geïsoleerd van de corrupte atmosfeer van Kana’an. Omdat hij in het huis van Lavan zou gaan wonen, waar oneerlijkheid hoogtij vierde, had Ja’qov voor zijn spirituele welzijn de Tora van Sjem en Eber nodig. Daarentegen werden Sjem en Eber gedwongen met de agressie van hunomgeving te dealen. Sjem leefde al in de generatie van de maboel – Zondvloed – en Eber leefde al in de tijd van de Toren van Babel. Ja’aqovs veertienjarige verblijf maakte het mogelijk geestelijk ongedeerd te blijven nu hij in die persoonlijke ballingschap verkeerde. Hij werd door Hasjem voorbereid op de volgende visioen van de ladder van engelen en de G’ddelijke belofte.

28:10 wejetse’ ja’aqov mib’er sjava’ … Ja’aqov vertrok van Beer-Sjeva… omdat Esav zich met slechte vrouwen van Kana’an inliet en mede daardoor de Tora op de geschiedenis van Ja’aqov richtte, was het melden dat Ja’aqov naar Charan ging niet voldoende. Het aangeven dat Ja’aqov uit van Beër-Sjeva vertrok geeft aan dat een goed mens uit een plaats zijn sporen naliet. Beër Sjeva was als glanzende sieraad toen hij daar woonde. Bij zijn vertrek verloor zij haar glans en schittering.

Ja' aqov had de Broche (zegen) van Esaw weggenomen, die op zijn beurt woest was.
De Tora schrijft/zegt nooit overbodige woorden of zelfs letters. Een voorbeeld is de vermelding bij Noach van reine dieren en dieren die niet rein zijn (wat uitgebreider is dan 'onreine dieren'). In dit geval wilde de Tora niet onnodig met een negatieve laden iets mededelen.

Nu lazen wij in de vorige parasja dat Ja'aqov naar Charan werd weggestuurd om vervolgens in deze parasja te vermelden dat Ja'aqov uit Be'er Sjeva vertrok om naar Charan te gaan. Waarom wordt er niet eerst een melding van zijn vertrek en dan pas de bestemming gedaan? Waarom dus andersom?

RaSji verklaart dat een vertrek van een 'braaf' mensen sporen nalaat. Hij werd - zoals eerder aangeven - sieraad [hodah], glans [bahir] en pracht [hadarah] genoemd. Door zijn vertrek verloor Be'er Sjeva deze eigenschappen. Dat wilde de Tora benadrukken.
Maar er waren toch meer taddiekiem in de stad (Jitschak en Rivqa), wwaardoor de kavod van de stad er nog was?
Deze twee mensen wogen niet op tegen de hodah, bahir en hadarah van Ja'aqov. Door zijn continu lernen, had hij een buitengewoon positief effect op de stad. Door zijn vertrek zou dit een neerval betekenen, maar ook een vorm van mesiroet nefesj (jezelf opofferen in deze wereld, dat van het je inhouden van lasjon hara inhoudt tot en met je leven geven om geen avodah zara te plegen). Het was voor Ja'aqov namelijk niet makkelijk om uit zijn veilige haven te vertrekken. Hij wist wel dat zijn nesjomme door deze mesiroet nefesj op een hoger niveau dan voorheen zou komen.

Nog een reden is dat men in de eerste instantie niets van zijn vertrek uit de stad hebben gemerkt (vorige parasja). Hij lernde de hele dag, dus een buitengewoon publiek persoon zou Ja'aqov waarschijnlijk niet geweest zijn. Echter na een tijdje (deze parasja) merkte men de verandering door zijn vertrek in de stad op.
De Ari Z"L geeft hier een voorbeeld van. Hijzelf week op een dag tijdens een wandeling met zijn leerlingen af van het gewone pad. Zijn leerlingen vroegen waarom hij dat deed. Hij antwoordde: "eens hebben de profeten, de Misjna- en de Talmoedgeleerden hier gelopen." De Ari Z"L bezat zo'n heilige ziel, dat hij de kedoesja na al die eeuwen van deze grootheden nog kon merken.


vers 11 Wajifĝa’ bamaqom hahoe’…. Hij kwam op dat plaats aan … het Schrift vertelt niet wat voor plaats dat was. De commentaar leert ons dat het de berg Morih was waar ook de Akeidah heeft plaats gevonden en waar de toekomstige Tempel zal staan. Wajifĝa’ heeft volgens de traditie als vertaling meer raakvlakken met “ontmoette” dan “aankomen”. Deze ontmoeting is niet van geografische aard, maar de ontmoeting tussen hem en Hasjem. Omdat dit vóór het vallen van de nacht viel, leren wij hiermee dat Ja’aqov degene is geweest die het de avondgebed instelde.
kie ba’hasjemesj… want de zon was ondergegaan… Dit geeft aan dat de zon opeens – plotseling niet op de normale tijd – was ondergegaan zódat Ja’aqov op die plaats – Moriah – zou overnachten. Anders had er gestaan “de zon ging onder en hij overnachtte daar” Sanh. 95b.
…me’avnej hamaqom wajasem merasjotaw… en hij nam van de stenen van de plaats en maakte ze tot zijn hoofdkussen…. Bereesjiet Rabba legde uit dat Ja’aqov bang voor wilde dieren was en daarom een soort goot rondom zijn hoofd maakte zodat de dieren hem niet zouden zien. Maar de stenen begonnen met elkaar te ruziën. De een zei: ‘deze goede man zal zijn hoofd op mij leggen’. De ander riep: ‘op mij zal hij het leggen’. Nu blijkt dat het 12 stenen waren die de 12 stammen van Jisraël symboliseerden. Ieder uniek, met een eigen taak maar één natie. Daarom maakte de Eeuwige – Geprezen is Hij – hen tot één steen. Daarom staat er in vers 11 dat hij van stenen (meervoud) een hoofdkussen maakt en later in vers 18 staat er dat hij de volgende ochtend van de steen (enkelvoud) die hij als hoofdkussen had gebruikt een gedenksteen maakte.

vers 12 Ja’aqov’s droom op de berg Moriah symboliseert collectief de toekomst van de Joden en individueel de mogelijkheden van de mens om zich aan G’ds plan te verbinden. Er zijn verschillende interpretaties van de droom. We gaan eerst kijken wat er letterlijk staat. Er staat in vers 17 letterlijk geschreven dat deze plek de poort van de hemel is wezeh sja’ar hasjamajiem… dit is de poort van de hemel…. Ja'aqov had een droom. Hij droomde van een ladder dat tot de Hemel reikte waar engelen opklommen en neerdaalden. De engelen waren volgens de Zohar de overleden zielen die opstegen en de zielen die naar beneden kwamen om geboren te worden. Het is de tunnel van leven en dood, de tunnel dat Hemel en aarde in verbinding brengt. Het is de poort naar Olam haba. Vandaar dat vele Joden in galoet in Israël begraven worden om de ziel een handje te helpen deze poort te vinden. Wanneer je in galoet wordt begraven, dan moet je ziel over de wereld struinen tot het deze poort in Israël gevonden heeft.
Naast dat het een feit is dat deze plek de poort van de hemel is, is een interpretatie dat hier de vier koninkrijken symboliseren:

  • de engel van Babylonië klom 70 sporten en ging toen naar beneden.
  • de engel van Meden en Perzië klom 52 sporten en ging toen naar beneden
  • de engel van Griekenland klom 130 en
  • de engel van Edom/Esav (Rome) bleef voor een onbepaalde tijd klimmen. Dit geeft de diaspora aan, die eindeloos lijkt. Ja’aqov werd er bang van, maar Hasjem verzekerde hem in vers 15 met de opmerking: En zie, Ik ben met je en Ik behoed je overal, waar jij heen zult gaan, en Ik zal je terugbrengen naar deze bodem, want Ik zal je niet verlaten, vóórdat Ik gedaan heb, wat Ik je heb toegezegd.

Een andere verklaring is dat de engelen de constante bescherming voor Ja’aqov en het Joodse volk symboliseren. Af en aan stijgen ze op en dalen zij neer om ons te beschermen.

vers 13 Wehineh! En ziet!… dit geeft aan dat Hasjem iets bijzonders wilt laten zien/zeggen. ha’arets ‘asjer attah sochev ’alejha…het land waarop jij ligt… hiermee wordt het hele land Kana’an bedoeld. Hasjem had het hele land onder Ja’aqov gevouwen (Choellin 91b). Omdat de plek waar Ja’aqov precies lag de plek van de Heilige der Heiligen van de Bejt Hamiqdasj (Tempel) was, werd hierdoor het hele land met heiligheid geïnjecteerd. Immers kan iedere Jood niet geheiligd worden door een enkel ogenblik in de Bejt hamiqdasj of een jesjive. Iedere plek van zijn leven zal geheiligd moeten worden (Sfas Emes). Daarnaast – leert Rasji - wordt er ook mee bedoeld dat het land gemakkelijk door zijn nakomelingen te veroveren was. Want het was als het ware slechts “vier el” .

vers 17 bejt-‘elokiem…huis van G’d… Huis [verblijf] van G’d … Huis/verblijf van G’d is een passende plaats voor gebed. Daarom is dit de poort des hemels waar de gebeden van de mensen opstijgen naar het Hemelse Bejt hamiqdasj.

We grijpen weer terug naar vers 12 hfst 28 betreffende de droom van Ja'aqov van de ladder en de engelen. We gaven al aan dat deze droom de vier koninkrijken van Bavel, Medië en Perzen, de Grieken en Rome bedoeld worden. Er zijn meer betekenissen.

De ladder verwijst naar Sinaj door de woorden sienaj en soelam (ladder). Beide hebben een getalswaarde van 130. De engelen staan voor Mosje en Aharon en Hasjem stond aan de top van de ladder zoals Hij op de top van Sinaj de Tora gaf (Midrasj). De Tora, die onderwezen werd door Mosje en Aharon, vormt als het ware een brug tussen Hemel en aarde.
Er is nog meer. Dit hebben wij van de week op sjioer geleerd:
Mensen die een beetje in de gematria thuis zijn, weten dat iedere hebreeuwse letter dus een getalswaarde heeft MAAR dat iedere Hebreeuwse letter ook weer gespeld kunnen worden die op hun beurt ook weer een totaal van letterwaarde vormen. Soelam - ladder - spel je met:
samech, lamed, mem.
samech spel je met samech-mem-kaf=120
lamed spel je met lamed-mem-daled=74
mem spel je met mem-mem=80
samen: 274
De aartsmoeders waarmee Ja'aqov trouwde waren Lea en Rachel.
Leah spel je met lamed-alef-heh=36
Rachel spel je met reesj-chet-lamed=238
samen: 274
De ladder - soelam - in de droom van Ja'aqov heeft ook een verwijzing van de Rachel en Leah.

De ladder met de engelen hebben nog een betekenis. Hasjem toonde Ja'aqov dat de engelen die hem in Erets Jisrael beschermden, naar boven gingen en werden vervangen door lagere engelen, die hem buiten Erets Jisrael zouden begeleiden. Dit proces werd verwisseld zodra Ja'aqov weer terug zou gaan naar Erets Jisrael (32:2). Hiermee wordt de heiligheid van Erets Jisrael flink benadrukt, maar ook het verlangen om weer terug te willen gaan naar Erets Jisrael (Rasji op Abarbanel). Tot slot geeft de Tora duidelijk aan dat de rechtvaardigen door Hasjem middels engelen worden beschermd, ook al worden zij door niemand gezien, zelfs niet door de betrokkene.

Vs. 29:12...kie 'achie 'avieha hoe'... omdat hij haar vaders broer was...Rasji legt uit Ja'aqov Lavan intimideerde met de waarschuwing: als Lavan mij bedonderd, dan zal hij zichzelf beschermen door Lavans "broer" in bedriegerij te zijn. Maar als Lavan zich eerlijk opstelt, dan zal Ja'aqov hem met integriteit behandelen zoals je het van een zoon van Rivqa verwachten mag, Or hachaiem voegt er aan toe dat de eventuele zelfbescherming van Ja'aqov binnen de bandbreedte die de halacha biedt uitgevoerd zal worden.

Ja'aqov kende de profetie dat hij de laaste patriarch was en de stamvader van de 12 stammen zou worden, die vanuit zijn familie één natie zouden gaan vormen. Echter voordat hij Rachel kn trouwen, kreeg hij eerst met Lavan te doen. Lavan is een synoniem voor de egoïstische oneerlijkheid en ondanks Ja'aqov er alles aan deed zichzelf daartegen te beschermen, heeft Lavan hem toch kunnen oplichten.
...wajarats liqra'to..hij rende naar hem toe... de groet van Lavan had te maken dat hij er van uit ging dat Ja'aqov zichzelf overladen zou hebben met allerlei rijkdommen en kostbare kadootjes. Zeker omdat de dienaar Eliëzer toentertijd - toen hij zijn zus Rivqa kwam halen - met tien met rijkdom overladen kamelen kwam aanzetten (24:10). Nu hij zag dat Ja'aqov met lege handen kwam dacht Lavan dat Ja'aqov kostbaarheden bij zich gestopt had en daarom omhelsde hij hem om stiekem te voelen en na te gaan of hij eventuele mooie verborgen schatten bij zich zou hebben (Rasji).
...we'ejnej le'ah rakot... Le'ahs ogen waren flets... en de reden was - zo leert Rasji ahv Bereesjiet Rabba 123a ons, is omdat Le'ah constant moest huilen omdat zij er van uit ging met Esaw te moeten trouwen. Iedereen zei immers: "Rivqa heeft twee zonen en Lavan heeft twee dochters. Het oudere [dochter] voor het oudere [zoon] en het jongere [dochter] voor het jongere [zoon]" Le'ah bewees dat dawnen een krachtig middels is om het lot van je af te wenden. Want dankzij dawnen werd de decreet nietig verklaard, waardoor het toegestaan was om met Ja'aqov te trouwen en van hem kinderen te krijgen (Midrasj).

pagina 2 / 11 [1]      «      1   |   2   |   3   |   4   |   5      »      [11]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.