Parasja / Wajjetsee / Commentaar |
Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar |
Bereesjiet/ Genesis 28:10-32:3 | door: Devorah en Joel Nesanel |
Verbond tussen Lavan en Ja’aqov vers 46 Nu het leek dat niemand de terafiem had werd Ja’aqov kwaad en een stortvloed van boosheid kwam over Lavan heen. Uiteindelijk stelde Lavan voor een verbond te sluiten: wajomer ja’aqov le’echajw… en Ja’aqov zei tot zijn broers… Welke broers? Esav was zijn enige broer. Ja’aqovs zonen stonden hem tijden problemen en strijd achter hem als broers (Rasji). Lavan en de zijnen konden moeilijk zijn broers genoemd worden omdat zij Ja’aqov het liefst wilden doden (Goer Arjeh). vers 53 ’elokej ‘aviehem… de G’d van hun vader… Lavan refereerde naar de afgod van Nachor én Avraham (toen Avram). Maar Ja’aqov zwoer bij G’d door Jitschak en maakte hiermee duidelijk - na Lavans poging om hen hierop (afgod van hun voorouders) gelijke gronden te stellen – dat Ja’aqov met Hasjem een afspraak maakt en naar Hem loyaliteit beloofde. |